Eerste oogst(1912)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] XXVIII. De oogst. En de eerste zicht zeeg door het mischend graan, En de eerste cirkel gleed, als de ebbe in zee, Aan 't golvend veld terug, - de schorre sneê Rustte niet meer na de eerste wreede baan. Toen voelde ik hoe de zonnestralen mee Met de aren vielen, 'k zag de zonschoof staan Over de lande' en 'k hoorde 't oogstlied aan, Dat fluistrend door de volle halmen gleê. En ik zocht in mijn hart, of uit zijn grond Ook 't oogstlied rees, - ook ik het gouden koren Tot rijpe garven van mijn vreugde bond: - Zie, 't welig graan wiegde in de diepe voren Op de' akker van mijn hart, - O! de oogst dien 'k vond Was deez': nooit gaat één menschenhart verloren! Vorige Volgende