Eenzame liedjes(1906)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] XVIII. Ach waar ik ga - - Ach waar ik ga en wat ik leve, En wat ik schrei en wat ik lijd - Ik ben datzelfde kind gebleven Van vroeger tijd! Ach ik ken ál diezelfde zonden, Ach ik lijd ál diezelfde smart - Diezelfde ‘andre kindren’ wonden Mijn kinderhart! Ach 'k kom die tijd niet meer te boven, Hoe ik ook doe en wat ik wensch - Ik moet toch altijd weer gelooven In een ‘groot mensch’! Ach 'k ben niet voor ‘groot mensch’ geboren, Ik leef en lijd als in die jeugd - Ik heb maar één lief ding verloren - - Die kindervreugd! O! laat mij dan nog 't leven wanen Zoo mooi als 'k toen het leven zag - En laat mij met die kindertranen Dien kinderlach! Vorige Volgende