Derde typoscript D1, collectie Ministerie van ok&w, H-102.
P1
Proef T, H-101.
T
Maatstaf 4 (januari 1957), p. 658.
P2
Eerste proef D1, H-107.
P3
Tweede proef D1, H-108.
D1
Spel van de wilde jacht, p. 12.
M5
Kopij D2, H-112.
D2
Cryptogamen 4, p. 174.
M6
Kopij D3, H-122.
D3
Verzamelde gedichten, p. 869.
[pagina 1140]
[p. 1140]
Datering
Vóór 30 november 1956
Leestekst
M1 b
Varianten en correcties
M1 a-b potlood, c bl ballpoint (aangebracht ná M3)
6
M1
a
Roestige roep
van een
fazantehaan
b
[
]
{ener}
[
]
b
[
]
[van een]
[
]
M2-D3
|
|
14
M1-3
zich altijd
ongemerkt
en op het laatst.
M1
c
[
]
minimaal
[
]
M4-D3
|
|
Commentaar
1
Zie [971] ‘Dryade’, noot 1.
2
Op M3, de kopij voor Maatstaf, noteerde Achterberg in anilinepotlood boven de titel van het gedicht: ‘uit het eerste bedrijf’ (zie ook § 47.6.2).
3
Bij P1, r. 5 chlorophyll noteerde de corrector van Maatstaf: ‘De spelling is: chlorophyl.’ Dit voorstel tot correctie werd door Achterberg in blauwe ballpoint doorgehaald (zie ook § 47.8.2).
4
Na de verschijning van zijn artikel ‘Spiegel van de wilde jacht’ (zie § 47.16.1) schreef Paul Rodenko aan Bert Bakker (8 juni 1958) dat hij indertijd ook met Achterberg gesproken had over de interpretatie van r. 2: ‘Het ging er nl. om of je moest lezen: wild-van-de-dood uit mijn gedicht vandaan, of: wild van de dood-uit-mijn-gedicht-vandaan. Gerrit wist het zelf niet en ik heb geopteerd voor de laatste uitleg (al sluit die de eerste niet uit), waarbij dus de dood uit het gedicht voortkomt [...].’ (Vgl. P. Rodenko, ‘Spiegel van de wilde jacht’, p. 724 en p. 729; zie ook Nieuw kommentaar op Achterberg, p. 214, noot 1.)
5
Zetfout in D2, r. 2: gezicht i.p.v. gedicht (in M6 door D. Wolthers gecorrigeerd).