Gedichten. Deel 3b. Apparaat

[p. 1037]

[945] Tijdbarrière

Overlevering

M^1	Manuscript, H-92.
M^2	Eerste typoscript D^1, H-93.
T	Maatstaf 1 (maart 1954), p. 769.
M^3	Tweede typoscript, kopij D^1, H-116.
M^4	Derde typoscript D^1, collectie Ministerie van ok&w, H-117.
D^1	Vergeetboek, p. 18.
M^5	Kopij D^2, H-122.
D^2	Verzamelde gedichten, p. 933.

Datering

Vóór maart 1954

Leestekst

M¹ d

Varianten en correcties

M¹ a-d potlood

M² a typemachine, b potlood (aangebracht ná T)

Titel	M^1	a	[ontbreekt]
		d	Tijdbarrière
	M^2-D^2		|	|

1	M^1-T		De avond		heeft	een achtergrond van groen
	M^2	b	[				]
		b	[	]	{houdt}	[	]^+
	M^3-D^2		|	|	houdt	|	|

2	M^1-T		zo		oud	en zo veraf,		om	in te lijven
	M^2	b	[							]
		b	[	]	{stroef}	[	]	{erbij}	[	]^+
	M^3-D^2		oud en veraf genoeg om						|	|

3	M^1-T		de tijd van u, die	dan niet hoeft te blijven
	M^3-D^2		al uw weleer, dat	|	|

4	M^1-T		voorgoed	verleden, maar zich voor zal doen
	M^3-D^2		apart	|	|

4/5

M^1-D^2

[strofewit]

5

M^1-D^2

in dit oneindig heden en bedrijven

6

M^1-D^2

- zijnde tegenwoordige tijd van toen -

7	M^1	a	weleer en		werklijkheid			[	◦	]
		b	[				]	over twee	schijven
		c	[	]	nu	[over]		dezelfde	[	]
	M^2-T		|							|
	M^3-D^2		voorheen en than					|		|

+ [? door houdt]

+ [? na stroef]

[p. 1038]

8	M^1	a	[				◦	]
		c	tot gij		een stip zijt op de horizon.
		c	[	]	de	[		]
	M^2-D^2		|					|

8/9

M^1-D^2

[strofewit]

9

M^1-D^2

Ik kan het door een glas misschien aanschouwen

10	M^1	a	wat		er tegen de horizon		gebeurt
		c	[	]	achter	de gezichtseinder	[	]
		d	[	]	boven	[		]
	M^2-D^2		|					|

11

M^1-D^2

aan ondernemen en naar binnen bouwen

11/12	M^1		[geen strofewit]
	M^2-D^2		[strofewit]

12	M^1-T		zonder dat mijn gevoel		door midden	scheurt	,
	M^2	b	[	]	[doormidden]	[	]
	M^3-D^2		|				|;

13

M^1-D^2

als mijn vermoeden overgaat in schrik

14	M^1	a	en		deze	wederstaat het			ogenblik.
		a	[	]	dit	[		]	dubbel [ogenblik.]
		d	[	]	ik weersta		[			]
	M^2-T		|							|
	M^3-D^2		|		|	verduur	|			|

Commentaar

^1	Op 6 januari 1954 vroeg Daisy Wolthers Achterberg namens Bert Bakker om ‘vijf of zes verzen’ voor het maart-nummer van Maatstaf. Wanneer Achterberg de daarin geplaatste drie gedichten - dit gedicht, [946] ‘Flash-back’ en [947] ‘Stenose’ - heeft gestuurd, is niet bekend. Zie verder § 44.3.1.
^2	Zie [930] ‘Deïsme’, noot 3.