Gedichten. Deel 3b. Apparaat

[p. 1002]

[935] Nostalgie

Overlevering

M^1	Manuscript, H-92.
M^2	Eerste typoscript D^1, H-93.
T^1	Nieuw Vlaams tijdschrift 7 ([september of oktober] 1953), p. 1079.
M^3	Tweede typoscript, kopij D^1, H-116.
M^4	Derde typoscript D^1, collectie Ministerie van ok&w, H-117.
T^2	Met geen pen te beschrijven. Red. N. Noordzij. Amsterdam, [oktober] 1961, p. 15.
D^1	Vergeetboek, p. 12.
M^5	Kopij D^2, H-122.
D^2	Verzamelde gedichten, p. 927.

Datering

Vóór 4 juni 1953

Leestekst

M²

Varianten en correcties

M¹ a-h potlood

M² a typemachine, b potlood (aangebracht ná T¹)

Reekstitel	M^1-M^4		[ontbreekt]
	T^2		Longa palus
	D^1-D^2		[ontbreekt]

Titel	M^1	a	[ontbreekt]
		d	Crescendo
		e	Nostalgie
	M^2-T^2		|	|
	M^2	b	Terminus
	M^3-D^2		|	|
			M^1-D^2, r. 1-11:

1	M^1	a	Weemoed die weet waar gij gebleven zijt.
		c	Afspraken	op het land hebben de tijd.
		d	Eindpunten	[	]
	M^2-D^2		|		|

2	M^1 I	a	In 't stadje waar ik slaap		klinken geluiden
	II	b	[	]	klinkt mannenzang
		b	[	]	[	◦	]
		b	[	]	klinkt mannenzang
	M^2-D^2		|				|

[p. 1003]

3	M^1 I	a	die	[		◦		] beduiden
	II	b	uit	een verenigingslokaal eerlang
		b	[		◦		]	steeds	aan de gang
		b	van een vereniging,					[		]
		c	[				]	nog	[	]
	M^2-D^2		|							|
			[? door M^1 II, r. 2-3]

4	M^1 II	b	met oefeningen		[	◦	]
		c	[	],	telkens	uitgebreid.^+
		c	[				],
		d	[	].	T[elkens]	[	]
		d	[	];	t[elkens]	[	]
	M^2-D^2		|				|

4/5	M^1 II	c	[strofewit?]
	M^2-D^2		[strofewit]

5	M^1 II	c	[		◦	]	slijt
		d	Van	het begin af aan hernomen			sluit
		e	v[an]	[		],	[	]
	M^2-D^2		|					|

6	M^1 II	d	de melodie u verder in en kan
	M^2-D^2		|	|

7	M^1 II	d	bijna	komen tot		uw	volle omvang
		d	gedurig	[				]
		e	[					],
	M^2-T^1		|					|
	M^2	b	[		]	zijn	[	]
	M^3-D^2		|					|

8	M^1 II	d	maar loopt		weer	op de oude stilte uit.
		e	[	]	{dan}	[	]
		f	[	]	[weer]	[	]
	M^2-D^2		|				|

8/9	M^1 II	d	[strofewit?]
	M^2-D^2		[strofewit]

9	M^1 II	d	Ik hoor niets meer. De		mannen	zijn naar huis.
	M^2-T^1		|				|
	M^2	b	[	]	zangers	[	]^+
	M^3-D^2		|				|

10	M^1 II	d	Ze worden door hun vrouwen opgewacht,
	M^2-D^2		|	|

+ [? door uitgebreid]

+ [? door zangers]

[p. 1004]

11	M^1 II	d	krijgen koffie en gaan met ze naar bed.
	M^2-D^2		|	|

11/12	M^1 II	d	[strofewit]
	M^2-D^2		|	|
			M^1 II, r. (12)-(14):

(12)

M^1 II

d

Ik kijk naar buiten in de holle nacht

(13)	M^1 II	d	en luister	naar het ver en vreemd geruis,^+
		d	{[luister]end}	[	]^+
		d	[en luister]	[	]^+

(14)	M^1 II	d	dat zich tegen de lucht heeft afgezet.
			[? door M^1 II, r. (12)-(14) en vervolgens (fase e) tezamen doorgehaald]
			M^1 III, r. (12)-(14):

(12)	M^1 III	e	Provincie-wind		doet	in de holle nacht
		f	[	]	{maakt}	[	]^+

(13)	M^1 III	e	een resonans overgaan in	geruis
		f	{een bronzen resonantie tot}	[	]

(14)	M^1 III	e	waarmee de stilte		zich
		e	[	]	thans is ingezet
		f	De stilte in het oor heeft ingezet.
			[M^1 III, r. (12)-(14) werden (fase g) tezamen doorgehaald]
			M^1 IV-D^2, r. 12-14:

12	M^1 IV	g	Provinciewind maakt in de bronzen nacht
	M^2-D^2		|	|

13	M^1 IV	g	een laatste resonantie tot geruis
		h	[	].
	M^2-D^2		|	|

14	M^1 IV	g	dat binnen in			het oor heeft ingezet.
		h	Fluistering		naast	[	]
		h	[	]	bij	[	]
		h	Gefluister		[		]
	M^2-D^2		|				|

+ [?? door luister naar]

+ [? door end]

+ [? door luister geschrapt]

+ [? door maakt]

Commentaar

^1	Zie [933] ‘Stenografie’, noot 1.
^2	Zie [930] ‘Deïsme’, noot 3.

[p. 1005]

^3

Op 5 juli 1960 verzocht N. van Breevoort-Noordzij Achterberg om een bijdrage voor een door haar samen te stellen p.e.n.-uitgave, gewijd aan het thema ‘milieu en ouders’. De sluitingsdatum was gesteld op 1 januari 1961. Wanneer Achterberg zijn bijdrage heeft ingestuurd, is niet bekend. De zeven gedichten werden in Met geen pen te beschrijven gepubliceerd onder de gezamenlijke titel ‘Longa palus’, een door Achterberg vaak gebezigde latinisering van Langbroek. Deze reekstitel staat boven het eerste gedicht, [961] ‘Komaf’, met erbij de voetnoot ‘lang drassig land’. Zie verder § 50.6.