Gedichten. Deel 3b. Apparaat

[928] Baedeker

Overlevering

M^1	Manuscript, H-80.
T^1	Maatstaf 1 (juli 1953), p. 255.
M^2	Typoscript, kopij D^1, H-81.
M^3	Typoscript, oorspronkelijk collectie M. Ferguson-Wigerink, H-82.
P	Proef D^1, H-86.
T^2	Wikor 2.2 (februari 1954), p. 50.
D^1	Autodroom, p. 15.
M^4	Kopij D^2, H-112.
D^2	Cryptogamen 4, p. 161.

[p. 981]

M^5	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 860.

Datering

Vóór juni 1953

Leestekst

M¹ c

Varianten en correcties

M¹ a-c potlood

Reekstitel	M^1		[ontbreekt]
	T^1		[Zeven reisgedichten]
	M^2-D^3		[ontbreekt]

Titel	M^1	a	[ontbreekt]
		b	Baedeker^+
	T^1-D^3		|	|

5	M^1	a	Zo was het vroeger		tussen	ons gesteld.
		b	[	]	ook met	[	]
	T^1-D^3		|				|

6	M^1	a	Vlak bij uw mond en ogen		ving het	aan:
		b	[	]	[ving]en	[	],
	T^1-D^3		|				|◦

7	M^1	a	een lange voortzetting voorbij	de maan
		b	de stenen vergezichten van	[	]
	T^1-D^3		|		|

11	M^1	a	en u daarmee in alle ruimte leidt
		b	en God zijn oude grenzen overschrijdt
		c	[en mij met nieuwe]	horizon		[omringt]^+
		c	[	]	afstanden	[	]
	T^1-D^3		|				|

12	M^1	a	en ik van vergezichten ben omringd.
		b	en mij met nieuwe hemelen omringt
		c	[en God zijn oude grenzen overschrijdt].^+
	T^1-D^3		|	|
			[De omzetting van M^1 b, r. 11-12 is met een pijl aangegeven]

12/13	M^1	a	[strofewit]
		b	[geen strofewit]
	T^1-D^3		|	|

13	M^1	a	Wat hier is wordt naar alle		kanten	groot,
		b	[	]	zijden	[	]
	T^1-D^3		|				|

+ [← [929] M¹ k, Titel]

+ [= M¹ b, 12]

+ [= M¹ b, 11]

[p. 982]

Commentaar

Dit gedicht is mogelijk geïnspireerd op de reis die Achterberg in 1952 met Ed. Hoornik naar Frankrijk maakte. Zie verder § 39.3.3.

Dit gedicht en [929] ‘Topografie’ werden - samen met vijf oudere gedichten (zie [886] ‘Valuta’, noot 3) - gepubliceerd in de juli-aflevering van Maatstaf, onder de gezamenlijke titel ‘Zeven reisgedichten’. De publicatie werd aangekondigd op het omslag van de juni-aflevering van Maatstaf. Zie verder § 39.4.1.

Op 17 november 1953 verzocht redactiesecretaris L. van den Ham Achterberg om een gedicht voor Wikor, ‘Algemeen kunsttijdschrift voor jonge mensen’, een uitgave van de stichting ‘Werk- en Informatiecentrum voor Kunst ten dienste van het Onderwijs aan de Rijpere jeugd’. Het is niet bekend wanneer Achterberg het gedicht heeft gestuurd. Het werd opgenomen in de februari-aflevering van 1954, vergezeld van een korte introductie van de dichter (p. 51).