Gedichten. Deel 3b. Apparaat

[920] Gemeentereiniging

Overlevering

M^1	Tweede manuscript D^1, H-72.
M^2	Typoscript D^1, H-77.
T	Maatstaf 1 (september 1953), p. 357.
D^1	Ode aan den Haag, p. 14.
M^3	Kopij D^2, H-112.
D^2	Cryptogamen 4, p. 124.
M^4	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 825.

Datering

Tussen oktober 1952 en juni 1953

Leestekst

M¹ e

Varianten en correcties

M¹ a-b zw inkt, c-e potlood

Titel	M^1	a	[ontbreekt]
		c	Vuilnisman
		c	Gemeentereiniging
	M^2-D^3		|	|

1

M^1-D^3

De kelder van de morgen ingedaald,

2

M^1-D^3

zet ik eerste voetstappen op de straat.

3	M^1	a	Er		is met	gisteren geen rode draad.
		c	[	]	{gaat naar}	[	]
		d	[Er is met]			[	]
	M^2-D^3		|				|

[p. 957]

4	M^1	a	Gij hebt		mij	bij de deur niet afgehaald.
		b	[	]	[m]e	[	]
		M^2-D^3		|			|

4/5	M^1-D^3		[strofewit]
			M^1 I, r. (5)-(8):

(5)	M^1 I	a	Ik ben	door 't oog		gekropen	van een naald.
		b	[		]	aan 't kruipen	[	]
		c	maar zijt	[	]	[gekropen]	[	]

(6)	M^1 I	a	Terwijl de melkboer met een		juffrouw	praat,
		c	[	]	dame	[	]

(7)

M^1 I

hoor ik hoe in de hoogte een klok slaat.

(8)

M^1 I

Al wat ik had moet worden afbetaald.

(8/9)	M^1 I		[strofewit]
			M^1 II-D^3 r. 5-9:

5	M^1 II	d	Tussen ons		bleef	niet anders meer bepaald
		d	[	]	{is}	[	]
		d	[	]	[bleef]	[	]
	M^2-D^3		|				|

6	M^1 II	d	dan wat [de melkboer met] zijn klanten [praat]^+
	M^2-D^1		|	|

7	M^1 II	d	terwijl van de torens	[	◦	]	[een klok slaat.]^+
		d	en [van de torens] dezelfde				[		]
		d	en de verkeerspolitie gadeslaat.
		d	en de verkeersagent passeren laat.
	M^2-D^3		|					|
			[In M^1, fase e voegde Achterberg een nieuwe regel toe; M^1 II d, r. 8 wordt daardoor r. 9:]

8	M^1 II	d	Hetgeen [ik had moet worden afbetaald.]^+
	III	e	Ik ben door 't oog gekropen van een naald.
	M^2-D^3		|	|

9	M^1	e	[Hetgeen ik had moet worden afbetaald.]^+
	M^2-D^3		|	|

9/10	M^1-D^3		[strofewit]
			M^1-D^3 r. (9)10-(14)15:

(9)10

M^1-D^3

De heren van den Haag zijn onderweg.

+ [= M¹ I, (6)]

+ [= M¹ I, (7)]

+ [= M¹ I, (8)]

+ [= M¹ II, 8]

[p. 958]

(10)	M^1	a	Voorzien van handschoenen en aktetas	,
11		e	[	]◦
	M^2-D^3		|	|

(11)12

M^1-D^3

zwermen zij uit, bezetten zij de stad,

(11/12)

12/13

M^1-D^3

[strofewit]

(12)	M^1	a	om ongedaan te maken		wat ik zeg
		b	[	]	{mijn toeleg}
13		e	[	]	[wat ik zeg]
	M^2-D^3		|			|

(13)	M^1	a	en uit te wissen wat er gaande was
14		e	[	].
	M^2-D^3		|	|

(14)	M^1	a	[	◦	]
15		e	Voor elke woning staat een vuilnisvat.
	M^2-D^3		|		|

Commentaar

^1	Dit gedicht en [921] ‘De blikken van voorbijgangers braveren’ zijn niet overgeleverd in het eerste stadium van de reeks ‘Ode aan den Haag’. Zie [913] ‘Ik loop in doodvacantie door den Haag’, noot 1.
^2	Zie [913] ‘Ik loop in doodvacantie door den Haag’, noot 3.