Gedichten. Deel 3b. Apparaat

[896] Clair-obscur

Overlevering

M^1	Manuscript, H-75.
T	Maatstaf 1 (mei 1953), p. 101.
M^2	Typoscript, kopij D^1, H-76.
P	Proef D^1, H-78.
D^1	Cenotaaf, p. 38.
M^3	Kopij D^2, H-112.
D^2	Cryptogamen 4, p. 114.
M^4	Kopij D3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 815.

Datering

Vóór 5 september 1952

Leestekst

T

Varianten en correcties

M¹ a-e potlood

Titel	M^1	a	[ontbreek]
		e	Clair-obscur
	T-D^3		|	|

1	M^1	a	De zwarte	schilderijen van de nacht
		b	Donkere	[	]
	T-D^3		|		|

2

M^1-D^3

hangen tentoongesteld buiten het raam.

3

M^1-D^3

Het licht is sterk onderverdeeld; spaarzaam

4	M^1	a	heldert		het op in eilanden van kracht
		b	[	]	een		enkel
		b	[			]	eiland op in hoger			kracht.
		b	[			]	enkel		[eiland op in]	[	]
	T-D^3		|								|

4/5

M^1-D^3

[strofewit]

[p. 882]

5	M^1	a	Want		donkre	vakken houden zwaar de wacht	.
		b	{En}		[		]
		b	[Want	]	zwarte	[	]
		d	[				];
	T-D^3		|				|

6

M^1-D^3

maken het doek voor't evenwicht bekwaam

7	M^1	a	tussen mijn		[	◦	]	gadeslaan
		a	[	]	haast belangloos			[	]
		b	[	]	onbevangen			[	]
	T-D^3		|						|

8	M^1	a	en d'eigen		ingebouwde		[	◦	]	macht.
		a	[	]	af[gebouwde]		opper[macht.]
		a	[			]	{over[macht.]}
		b	[	]	om[gebouwde]		[oppermacht.]
		b	[	]	ingekeerde		[				]
	T-D^3		|								|

8/9

M^1-D^3

[strofewit]

9	M^1	a	Ieder detail	voldoet aan wat ik denk.^+
		c	En ieder beeld	[	]
		d	[Ieder detail]	[	]
	T-D^3		|		|

10	M^1	a	Het kan		het oosten		in
		a	[			]	of onder water zijn,
		b	[	]	marmer		[	]
	T-D^3		|					|

11	M^1	a	vier uur		en	over		twintig jaar mijn dood.
		a	[	]	of	[			]
		b	[	◦			]	een celkern in het groot.
		c	seinen,	[		◦	]	[	]
		c	een sein, de zee,					[	]
	T-D^3		|						|

11/12

M^1-D^3

[strofewit]

12	M^1	a	Het is een raadselachtig oergeschenk	:
		a	[	];
	T-D^3		|	|

13	M^1 I	a	zelfstandig en verlost van alle							pijn;
		a	[			]	volkomen zonder			[	]
	II	c	vol van uw		leven				[x]
		c	[					]	ergens in 't geheim		.
		d	[	]	lichaam				[		],
	T-D^3		|								|

+ [? door detail]

[p. 883]

14	M^1 I	a	volmaakt van	elke		levensangst ontbloot
		a	totaal van	[	]	levens [breekt af]
	II	c	waarvan zich nu en dan een deel ontbloot
		d	{dat zich}
		d	[waarvan] een deel			[zich] af en toe [ontbloot].
	T-D^3		|					|

Commentaar

^1	Zie [886] ‘Valuta’, noot 2.
^2	Zie [889] ‘Myopie’, noot 2.