Gedichten. Deel 2. Commentaar
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 562]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48 Gedichten 1957-196248.1 Gedichten 1957-1959Na de publicatie van Spel van de wilde jacht verschenen er in 1957 geen gedichten van Achterberg in tijdschriften. Ook in 1958 was de oogst gering, want in dat jaar werden slechts vijf nieuwe gedichten gepubliceerd. In de februari-aflevering van Maatstaf werd de reeks ‘Ballade van de tijd’ opgenomen - bestaande uit de gedichten [1010] ‘Memorandum’, [1011] ‘Tête à tête’, [1012] ‘Dies irae’ en [1013] ‘0.00’Ga naar voetnoot1 - en in een gezamenlijk mei/ juni-nummer van Maatstaf en De gids verscheen [1014] ‘Drieluikje voor Jany’. Voor dit nummer, samengesteld ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van A. Roland Holst op 23 mei 1958, had Achterberg op verzoek van Bert Bakker een bijdrage geleverd. Bakker had in september 1957 het initiatief genomen voor het gecombineerde nummer; na een aantal vergaderingen van de beide redacties werd begin januari 1958 overeenstemming bereikt over de samenstelling ervan.Ga naar voetnoot2 Op 13 januari schreef Bakker aan Achterberg: ‘Denk aan Jany. Sluitingsdatum 15 maart. Je móét er in!’ Op 19 februari vroeg hij nogmaals: ‘is je “Drieluik” voor Jany al klaar? Stuur het mij.’ Op 23 februari zond Achterberg zijn gedicht: ‘hierbij het drieluikje. Mocht het niet aan het gestelde doel beantwoorden, stuur je het dan even terug?’ Het gedicht werd geschikt bevonden voor het Roland Holst-nummer, dat een week voor de zeventigste verjaardag van de dichter van de pers kwam. In feite gaat het om twee afzonderlijke, apart gezette Maatstaf- en Gids-afleveringen, die inhoudelijk vrijwel identiek zijn. In 1958 verscheen het speciale nummer ook nog in boekvorm: A. Roland Holst zeventig jaar.Ga naar voetnoot3 Verder ontving Achterberg in deze periode nog een aantal andere verzoeken tot medewerking, maar hij zou geen nieuw werk meer insturen. Zowel in 1958 als in 1959 deed Alice von Eugen tevergeefs een beroep op hem voor het jaarlijkse Singel-boekje van uitgeverij Querido.Ga naar voetnoot4 En op | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 563]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de verzoeken van C.J.E. Dinaux om een bijdrage voor de bloemlezing Dichters omnibus stuurde Achterberg tot tweemaal toe een reeds gepubliceerd gedicht.Ga naar voetnoot5 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48.2 De Constantijn Huygensprijs 1959Op 20 november 1959 ontving Achterberg een ‘gelukstelegram’ van Gerrit Kamphuis, die hem als secretaris van de Jan Campertstichting op de hoogte bracht van de toekenning van de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre. Vijf dagen later volgde de officiële bevestiging van het bericht: Ter bevestiging van mijn telegram heb ik de eer en het genoegen U te berichten, dat het bestuur van de Jan-Campertstichting eenstemmig heeft besloten U als erkenning van de grote waarde van Uw gehele oeuvre de Constantijn-Huygensprijs 1959 toe te kennen. Deze prijs bedraagt f 2.500,-. In zijn brief verstrekte Kamphuis Achterberg verder enkele praktische gegevens over de uitreiking; ook vroeg hij of Achterberg bereid was een dankwoord uit te spreken, en stelde hij voor dat Jaap Harten tijdens de avond uit Achterbergs werk zou lezen. Hierover was reeds contact geweest, want in een persoonlijke toevoeging bij de officiële brief schreef Kamphuis dat Bert Bakker, die eveneens deel uitmaakte van de jury,Ga naar voetnoot6 met Harten zou overleggen over diens voordracht. De uitreiking vond plaats op 23 december 1959, in de Raadzaal van het Haagse stadhuis. Na een openingswoord door voorzitter A. Mout las Gerrit Kamphuis de judicia voor. Het gedeelte over Achterberg luidt: Achterbergs werk draagt een volstrekt oorspronkelijk karakter. Het is van ‘gewone poëzie’ onderscheiden op essentiële punten. Zijn gedichten zijn niet subjectief-bespiegelend, noch ‘woordkunst’, noch beschrijven zij objectieve realiteit. Het dichterwoord van Achterberg reikt naar het absolute, naar het zijn boven ruimte en buiten tijd, verder dan leven en dood. Het is terecht wel gekwalificeerd als magisch of als bezwerend. Toch is, wat deze poëzie evoceert, niet van traditionele occulte aard en evenmin stamt zij uit extatische mystische eenheidsbeleving. Achterberg overschrijdt veeleer door de macht van zijn woord iedere vorm van het gewone menselijke zijn en verheft zich tot de sfeer, waarin de mens tot bewustzijn van zijn oorsprong geraakt. Hij is bij uitnemendheid de dichter van de mogelijkheid van de mens. Achterbergs poëzie schudt ons wakker en ontstelt ons. Door haar zien wij een afglans van de wereld, waartoe wij in wezen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 564]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
behoren. Wij worden bewust van wat wij in waarheid zijn. Een dichter, die, een dichterleven lang, trouw is gebleven aan deze hoge roeping van het dichterschap, wiens werk geen inzinkingen kent, heeft recht op dank van de gemeenschap, waartoe hij behoort en wier leden hij wegen heeft gewezen tot vruchtbare bezinning op eigen innerlijk. Na de rede bij de uitreiking van burgemeester H.A.M. Kolfschoten - die vooral inging op Ode aan den Haag - sprak Achterberg een dankwoord uit, waarin hij ondermeer zei: Het verheugt mij niet alleen bijzonder dit blijk van waardering te ontvangen, omdat ik weet, welke waarde daaraan wordt gehecht, maar bovendien, omdat deze stad den Haag in mijn hart een zeer eigen plaats inneemt. Na Jaap Hartens voordracht uit Ode aan den Haag sloot de voorzitter de avond af. Naar aanleiding van de bekroning verschenen - afgezien van korte berichten - de volgende artikelen:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 565]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48.3 Nieuwe plannenDe geringe zichtbare productiviteit van de dichter in de periode na de verschijning van Spel van de wilde jacht heeft geleid tot speculaties omtrent een verminderde dichterlijke creativiteit van Achterberg: hij zou zijn dichtwerk zelfs als voltooid hebben beschouwd.Ga naar voetnoot8 Het valt niet te betwijfelen dat met name de ongunstige ontvangst van de bundel Spel van de wilde jacht Achterberg geruime tijd bezig gehouden heeft.Ga naar voetnoot9 Dat de dichter ‘opgebrand’ was, zijn taak volbracht achtte en op zijn lauweren rustte, wordt echter weersproken door verschillende gegevens. Tegenover H.U. Jessurun d'Oliveira verklaarde Achterberg in april 1959: ‘Al zou ik het tot mijn dood moeten proberen, ik ga door. Als iemand me wijs kan maken dat ik ermee op moet houden zal ik het doen.’ In één adem bracht hij zijn nieuwe bundel ter sprake, die hij - volgens eigen zeggen - nog slechts op vier plekken moest omwerken en waarvoor hij de titels Ultima Thule of Vrije radicalen overwoog.Ga naar voetnoot10 In 1959 en 1960 werd Achterberg bovendien in beslag genomen door de samenstelling van een vierde Cryptogamen-bundel (zie § 49), en werden daarnaast voorbereidingen getroffen voor een uitgave van zijn verzamelde gedichten (zie § 51). Intussen verdiepte Achterberg zich in deze periode ook in nieuwe ontwikkelingen in de fysica en astronomie, zoals impliciet ook blijkt uit het interview met Jessurun d'Oliveira: niet alleen de titel Vrije radicalen is er een voorbeeld van, ook bracht Achterberg het gedicht [956] ‘Aquarium’ in verband met de zogenaamde ‘Fraunhoferse lijnen’ en noemde hij zijn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 566]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aantekeningen uit het groene schrift (collectie nlmd)
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 567]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bundel Spel van de wilde jacht ‘middelpuntvliedend, of nee, het heeft met de quantentheorie te maken: elk gedicht representeert het geheel’.Ga naar voetnoot11 Achterbergs belangstelling is gedocumenteerd in de vorm van diverse aantekeningen die hij van zijn lectuur gemaakt heeft. In een schoolschrift noteerde hij een groot aantal wetenschappelijke termen, met op enkele plaatsen een nadere uitwerking (§ 48.3.1). Achter drie termen noteerde hij ‘zie blaadje’; deze blaadjes - een typoscript en twee manuscripten - worden in § 48.3.2 en § 48.3.3 weergegeven. Sporen van deze lectuur zijn terug te vinden in een tweetal fragmenten, in de laatste twee voltooide gedichten - [1015] ‘Critische massa’ en [1016] ‘Anti-materie’ - en in ‘Fall-out’, de nieuwe versie van het gedicht [848] ‘Vrijgezel’, zoals eveneens in het vervolg (§ 48.4) zal worden beschreven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48.3.1 Aantekeningen uit het groene schriftEen schoolschrift met een groen omslag bevat een lijst van 66 termen, genoteerd in blauwe ballpoint op 6 bladzijden. De rest van het schrift is blanco, met uitzondering van de laatste pagina, waarop Achterberg een citaat noteerde. De lijst is op zijn vroegst eind 1959 ontstaan, want de toevoeging ‘zie blaadje’ bij de eerst genoteerde term ‘anti-materie’ verwijst naar een afschrift uit Keesings historisch archief van 31 augustus/6 september 1959.Ga naar voetnoot12 De toevoeging over ‘Omega meson’ bij de term ‘filamenten’ is ná 7 oktober 1961 genoteerd, gezien de verwijzing naar een bericht in de Nieuwe Rotterdamse courant van die datum. Verder dient te worden opgemerkt dat Achterberg van een aantal termen reeds eerder kennis heeft genomen, zoals ‘vrije radicalen’ en ‘lijnen van Fraunhofer’, die hij zoals gezegd reeds in april 1959 in het interview met H.U. Jessurun ter sprake bracht.Ga naar voetnoot13 In transcriptie luidt de lijst als volgt:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 568]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 569]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op de laatste bladzijde van het cahier staat (omgekeerd geschreven): Nernst: ‘zijn speculaties over de energie v/h nulpunt’ (Hoe leven wij morgen, Baade, blz. 43)Ga naar voetnoot20 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48.3.2 Typoscript Keesings historisch archiefIn het cahier bevindt zich een typoscript, dat een afschrift bevat van een artikel uit Keesings historisch archief nr. 1471 (31 augustus/6 september 1959), p. 15141: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe methode voor theoretisch natuurwetenschappelijk onderzoek.Het laboratorium voor stralingsonderzoek van de Universiteit van Californië te Berkeley is kortgeleden gereed gekomen met de bouw van een ingewikkeld apparaat, waarvan het essentiële onderdeel een afgesloten ruimte met vloeibare waterstof is. (Waterstofgas wordt vloeibaar bij -252,7° C). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 570]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vanuit de grote atoomkraker Bevatron van het laboratorium, die spanning kan opwekken tot 6 miljard volt, wordt een stroom van antiprotonen geleid door een buis van 60 m lang naar de waterstof-kamer, die 500 l inhoud heeft. Antiprotonen, of anti-materiedeeltjes,Ga naar voetnoot21 komen niet in de natuur voor, althans niet in dit gedeelte van het heelal, maar zij ontstaan als ‘kunstprodukten’ bij kernexperimenten. Zij bezitten eigenschappen die het tegengestelde zijn van die der gewone materie. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48.3.3 Overige notitiesOp twee blaadjes uit een kladblok heeft Achterberg met potlood aantekeningen gemaakt van zijn lectuur van drie boeken: H. Groot, Symptomen van een nieuwe geesteshouding (Arnhem, 1959), Robert Jungk, Licht van duizend zonnen (Amsterdam, [1957]) en Karl Gilzin, Naar verre werelden (Amsterdam, 1958). Onderaan het eerste blaadje (voorzijde) staat een verwijzing naar een krantenartikel, dat niet nader geïdentificeerd kan worden:Ga naar voetnoot23 ‘onzekerheidsbetrekkingen’ van Heisenberg
waarin h de beroemde ‘constante van Planck’ is, een zeer klein getal. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 571]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Naarmate de plaats beter bekend is, treedt meer en meer onzekerheid op aangaande de bijbehorende snelheid, en als omgekeerd de snelheid steeds zuiverder gemeten kon worden, zou de plaats van het deeltje minder nauwkeurig bekend zijn. Deze onverwachte staat van zaken wordt uitgewerkt door de bedoelde relaties van Heisenberg. Wij kunnen die, ontdaan van hun wiskundig gewaad, aldus opschrijven:Ga naar voetnoot25 Op de keerzijde van het blaadje staat een passage uit het boek Licht van duizend zonnen van Robert Jungk, handelend over het laatste stadium in de ontwikkeling van de atoombom te Los Alamos (New Mexico) door Luis W. Alvarez en Louis Slotin, met name over de constructie van het ontstekingsmechanisme van de bom in 1945: Robert Jungk: Licht van duizend zonnen Scheltens & Giltay - A'dam (oorspronkelijke titel ‘Heller als tausend Sonnen’ Uitgave Scherz & Goverts Verlag gmbh. Vertaling J.F. Kliphuis | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 572]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
len uiterst behoedzaam over een rails naar elkaar toeschoof. Hij mocht het ‘kritische punt’ maar even bereiken en moest de dan ontstane kettingreactie onmiddellijk weer afbreken door de bollen weer uit elkaar te schuiven. Wanneer hij dit punt overschreed of niet snel genoeg handelde, kon de massa ‘overkritisch’ worden en dan zou het gevolg een kernexplosie zijn. Het tweede blaadje bevat een fragment uit Karl Gilzin, Naar verre werelden: ... wanneer een hemellichaam wentelt om een ander, dat zeer veel groter is, wordt het uit elkaar gerukt als het binnen 2,45 × de straal van het grote hemellichaam geraakt. Die kritische afstand heet de ‘limiet van Roche’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48.4 Laatste gedichten48.4.1 Onvoltooide gedichtenEnkele sporen van de hierboven gepresenteerde natuurwetenschappelijke aantekeningen zijn terug te vinden in twee van de in totaal 43 onvoltooid gebleven gedichten, die zich in de collectie Achterberg bevinden.Ga naar voetnoot29 De datering van deze fragmenten - in verreweg de meeste gevallen betreft het aanzetten van één of enkele regels - is onzeker. Alleen op grond van de verwijzingen naar de aantekeningen in twee fragmenten kan worden vermoed dat deze eind jaren vijftig zijn ontstaan. Het betreft [38] ‘Nevelkamer van Wilson is’, waarin de beginregel verwijst naar de aantekeningen in het groene cahier (zie hiervóór, § 48.3.1), en [42] ‘Lage flux’, waarin de zogenaamde lage flux-reactor wordt genoemd. Al komt dit specifieke type reactor niet letterlijk in Achterbergs aantekeningen voor, het kan niet anders of hij is op deze term gestuit bij de bestudering van boeken over kernreactie. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48.4.2 [1015] ‘Critische massa’ en [848] ‘Fall-out’Een duidelijk relatie met de aantekeningen is te vinden in de titels van de gedichten [1015] ‘Critische massa’ en [848] ‘Fall-out’ (de nieuwe ver- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 573]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sie van ‘Vrijgezel’): beide termen staan genoteerd in het groene cahier (zie § 48.3.1). Over het verschijnsel ‘critische massa’ heeft Achterberg bovendien gelezen in het boek Licht van duizend zonnen van Robert Jungk, blijkens de door hem overgeschreven passage daaruit (zie § 48.3.3). De term ‘fall-out’ blijkt bij nader inzien dubbelzinnig door Achterberg te zijn gebruikt, althans gezien zijn eigen verklaring tegenover A. Middeldorp, begin januari 1962: Aan Fall-out ben ik gekomen door de romantitel Zij vielen uit Gods hand.Ga naar voetnoot30 Van ‘vallen uit’ kwam ik op ‘fall-out’ en dit laatste woord werd het. Kaïn viel uit Gods hand, maar er valt ook radio-actieve neerslag. Daardoor kon Nimrod in het vers voor de zondvloed komen. ‘Totdat’ in de voorlaatste regel blokkeert inderdaad, maar het woord heeft toch ook zijn gewone betekenis gehouden. De radioactieve deeltjes zijn hoog opgejaagd en komen pas lang na de explosie neer. De explosie (de zondvloed) had voor Nimrod plaats; de dodende neerslag valt lang na hem. Ik bedoel: het oordeel komt nog altijd op ons neer.Ga naar voetnoot31 Volgens Achterberg paste ‘de titel Fall-out [...] bovendien goed na Critische massa, het gedicht dat ervoor geplaatst werd in Maatstaf’.Ga naar voetnoot32 Hij doelde hiermee op de publicatie van de twee gedichten het jaar daarvoor, in de Maatstaf-aflevering van maart 1961. Over deze publicatie zijn verder geen gegevens bekend. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48.4.3 [1016] ‘Anti-materie’Op 10 juli 1961 schreef Nel van Breevoort-Noordzij aan Achterberg dat zij benieuwd was naar zijn ‘gedachtenontwikkeling ten aanzien van de anti-materie etc. Werk je nog aan die cyclus?’ Hieruit blijkt dat Achterberg op dat moment bezig was met het onderwerp anti-materie, zoals gedocumenteerd in zijn aantekening in het groene cahier en het afschrift uit Keesings historisch archief.Ga naar voetnoot33 Dat hij plannen had voor een cyclus, zou ook Cathrien Achterberg-van Baak zich later herinneren. In antwoord op de vraag van Wim Hazeu waarom Achterberg aan het einde van zijn leven vrijwel niets meer geschreven had, wees zij onder andere op dit gedicht: Hij was daar heel erg gelukkig mee en had het gevoel dat het op den duur misschien wel een cyclus zou kunnen worden. [...] Ik geloof ook, als hij was blijven leven, dat | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 574]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hij met zijn werk een hele andere richting ingegaan zou zijn, meer gericht op de kernenergie, misschien vandaar de naam ‘Anti-materie’.Ga naar voetnoot34 Volgens haar werd het gedicht in de periode rond Kerst 1961 voltooid. Van de geplande cyclus is niet veel meer gekomen: de eerder vermelde fragmenten zijn de enige overblijfselen waarmee Achterberg mogelijkerwijs een andere richting had willen inslaan. In het eerste nummer van Maatstaf dat na het overlijden van Achterberg op 17 januari 1962 verscheen, werd [1016] ‘Anti-materie’ gepubliceerd, met als onderschrift: ‘Het laatst voltooide gedicht, in zijn nalatenschap aangetroffen.’ |
|