Gedichten. Deel 2. Commentaar
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 512]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45 Cryptogamen III45.1 VoorgeschiedenisVanaf eind 1952 werden er bij uitgeverij Querido plannen gemaakt voor de uitgave van een nieuwe verzamelbundel, waarin alle bundels die niet in Cryptogamen (1946) en Oude cryptogamen (1951) waren herdrukt, zouden worden opgenomen. Reeds tijdens de voorbereidingen voor Oude cryptogamen in 1950 had Querido Achterberg gevraagd te informeren naar de bij zijn vroegere uitgevers nog aanwezige voorraden van deze bundels.Ga naar voetnoot1 Uit de door Achterberg vergaarde gegevens blijkt dat de voorraden op dat moment nog te groot waren om een overname rendabel te maken, nog afgezien van het feit dat Oude cryptogamen eerst nog moest verschijnen (de getallen in de laatste kolom zijn de oplagecijfers):
Eind 1952 of begin 1953 heeft Achterberg opnieuw navraag gedaan bij (enkele van?) zijn uitgevers, blijkens de brief die uitgeverij Het Spectrum op 10 januari 1953 aan hem schreef: In principe bestaat er bij ons geen bezwaar tegen dat u eurydice opneemt in een verzamelbundel, onder restrictie echter, dat dit eerst kan plaatsvinden wanneer onze oplage volledig is uitverkocht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 513]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat ook met andere uitgevers onderhandeld moest worden over de overname van de vroegere bundels, blijkt uit wat Alice von Eugen-Van Nahuys op 30 januari 1953 aan Achterberg schreef: Wij geven dus dit najaar de bundel Cenotaaf uit en het volgend najaar de bundel, die voorlopig Autodrome (of Autodroom?) getiteld is. En zodra wij het tijdstip gunstig achten en tot overeenstemming met de diverse uitgevers zijn gekomen, een verzamelbundel, die wij voorlopig noemen Nieuwe Cryptogamen.Ga naar voetnoot4 In de correspondentie uit de hieropvolgende maanden kwam de overname niet meer ter sprake. Mogelijk is in deze periode de overname geregeld van Existentie (A.A.M. Stols), Doornroosje (F.G. Kroonder) en Hoonte (G.W. Breugel), want eind 1953/begin 1954 moesten er alleen nog gesprekken worden gevoerd over Limiet en Energie (C.A.J. van Dishoeck) en Eurydice (Het Spectrum). Op 25 januari 1954 schreef mevrouw Von Eugen hierover aan Achterberg: Nu komen we dus ook tot wat we indertijd hebben afgesproken, nl. dat er gesprekken met Het Spectrum en met van Dishoeck moeten plaatsvinden. Op 1 Januari '53 heeft Het Spectrum je geschreven, dat het er nog niet naar uitzag dat Eurydice spoedig uitverkocht zou zijn - wat ik niet begrijp aangezien de bundels die je bij mij hebt uitgegeven alle goed verkocht worden. Het zou dus misschien wel goed zijn als jij Het Spectrum even vroeg hoe het er nu mee staat. Ik doe dat liever niet, omdat ik juist een beetje vervelende correspondentie met Het Spectrum heb, dat te weinig honorarium wil betalen aan dichters van wie werk opgenomen wordt in een verzamelbundeltje in de Prismareeks. Maar het spreekt vanzelf dat ik die 75 cent per exemplaar, die ze vragen, eigenlijk moeilijk kan betalen. Ik weet helemaal niet wat die bundel op 't ogenblik kost, maar het zou de productiekosten veel te hoog maken, als ik die bundels moest overnemen. Op 29 januari 1954 heeft Achterberg een gesprek gevoerd met A.M.E. van Dishoeck, waarvan de uitkomsten op 2 februari door de uitgever werden bevestigd: De auteursrechten van ‘limiet’, welke bundel bij ons practisch uitverkocht is, ontvangt U ‘om niet’ van ons terug, daar wij dit bundeltje niet meer zullen herdrukken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 514]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zal worden. De auteursrechten hiervan blijven ons eigendom tot ook deze bundel uitverkocht is. Van uitgeverij Het Spectrum vernam Achterberg dat de voorraad van Eurydice uit nog slechts vijf exemplaren bestond. Nadat hij dit had doorgegeven aan Alice von Eugen-van Nahuys, berichtte zij het restant te zullen overnemen.Ga naar voetnoot6 Daarmee was de baan vrij voor de uitgave van Cryptogamen iii, waarvoor de voorbereidingen inmiddels reeds in gang waren gezet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45.2 Voorbereidingen voor de bundelOp 13 november 1953 werd het contract opgemaakt voor ‘de uitgave van een verzamelbundel getiteld Cryptogamen iii’, waarin Eurydice (1944), Limiet ([1946]), Energie (1946), Existentie (1946), Hoonte (1949), Doornroosje (1947) en En Jezus schreef in 't zand (1947) - in deze volgorde - zouden worden opgenomen. Blijkens het contract was de (niet bewaard gebleven) kopij voor de bundel op dat moment reeds in het bezit van de uitgever.Ga naar voetnoot7 Uit de overgeleverde correspondentie blijkt dat Achterberg naderhand nog veranderingen in de kopij heeft kunnen aanbrengen. Op 23 december 1953 vroeg hij namelijk aan Alice von Eugen-van Nahuys: ‘zou ik de beide verzen die in hoonte voor risico in de plaats komen nog even mogen hebben?’Ga naar voetnoot8 Het is mogelijk dat hij ook andere gedichten later nog gewijzigd heeft. Ook de titel van de bundel stond nog niet definitief vast. Op 25 januari 1954 schreef Alice von Eugen-van Nahuys hierover aan Achterberg: Wij willen een beetje tijdig beginnen met de voorbereidingen voor de uitgave van ‘Cryptogamen 3’ en daarom kom ik je vragen of we het nu houden op ‘Cryptogamen 3’ of dat we als titel ‘Nieuwe cryptogamen’ nemen. In het contract staat ‘Cryptogamen 3’, maar ik weet niet meer precies wat we hadden afgesproken n.a.v. Stols' bezwaren.Ga naar voetnoot9 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 515]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naar aanleiding van deze brief heeft Achterberg de titel ‘Polymeren’ voorgesteld, zoals blijkt uit wat mevrouw Von Eugen op 17 februari aan hem schreef: Ingesloten vind je een schets (maar dan ook nog niet meer dan een schets) om aan te tonen dat cryptogamen met een iii uitstekend gaat en dat we daarmee een klassieke opstelling krijgen van de titel en je naam voor het omslag en op de titelpagina. Achterberg antwoordde hiermee akkoord te gaan ‘mits Dhr. Stols geen bezwaren heeft’, waarop Von Eugen repliceerde: ‘Waarom zou Stols bezwaren hebben? De titel is toch jouw eigendom? Het lijkt mij onjuist dat ik mij tot Stols zou wenden; het lijkt mij het beste, gewoon aan de gang te gaan.’Ga naar voetnoot11 Op 6 maart 1954 stuurde Querido de kopij voor Cryptogamen iii aan de firma Boosten & Stols te Maastricht, met de volgende instructies: ‘Geheel te zetten volgens Oude Cryptogamen. Zie ook bijgaande zet-aanwijzingen. Graag omvang en prijsopgave 1000 exx. Volgorde: Eurydice, Limiet, Energie, Existentie, Zestien, Doornroosje, En Jezus schreef in 't zand. Indien mogelijk de bundels copie heel houden.’Ga naar voetnoot12 Uit de laatste zin kan worden afgeleid dat de kopij bestond uit exemplaren van de afzonderlijke bundels, althans gedeeltelijk: gezien de wijzigingen in Hoonte (met name de totstandkoming van [948] ‘Risico’ en de toevoeging van [494] ‘Kleine kaballistiek voor kinderen’) en in de samenstelling van En Jezus schreef in 't zand ligt het voor de hand dat voor deze bundels deels nieuwe kopij is vervaardigd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45.3 De eerste drukproef van de bundelNadat Querido van Boosten & Stols een omvang- en prijsberekening had ontvangen, gaf de uitgever op 5 april 1954 opdracht om de bundel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 516]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te zetten. Eind april/begin mei werden de reisvellen vervaardigdGa naar voetnoot13 en was ook de eerste drukproef van de bundel gereed. De proef werd op 1 mei 1954 aan Achterberg gezonden: ‘Cryptogamen iii [//] proeven ter correctie compleet [//] Plus manuscripten’.Ga naar voetnoot14 Op 14 mei stuurde Achterberg de proeven ‘met enkele opmerkingen voor de drukker’ aan de uitgever terug.Ga naar voetnoot15 De eerste proef van Cryptogamen iii bevat het complete binnenwerk van de bundel, dat wil zeggen de Franse pagina tot en met de colofon, overeenkomstig de uiteindelijke samenstelling van de bundel (zie § 45.5). De opdrachten van de afzonderlijke bundels zijn verwijderd en de tekst van de gedichten is in de nieuwe spelling gezet. De plaatsen waar de oude spelling per vergissing is blijven staan, zijn naderhand met potlood gecorrigeerd. In dezelfde hand werden enkele evidente zet- en drukfouten verbeterd en typografische instructies aangebracht, waaruit afgeleid kan worden dat deze eerste correctie op de uitgeverij is uitgevoerd. Vervolgens is de proef door Achterberg met blauw potlood gecorrigeerd. Afgezien van de correctie van nog enkele zetfouten bracht hij in vier gedichten kleine varianten aan.Ga naar voetnoot16 De ‘enkele opmerkingen voor de drukker’, waarover Achterberg in zijn brief van 14 mei 1954 geschreven had, betreffen typografische aanwijzingen voor de juiste weergave van de wiskundige tekens in de titels van [694] ‘13’, [698] ‘0,1̸’ en in r. 4 van [619] ‘Kiem’.Ga naar voetnoot17 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45.4 De tweede drukproef, verdere voorbereidingenOp 17 mei 1954 zond Querido de gecorrigeerde proef voor revisie aan Boosten & Stols. Voor de vervaardiging van de revisieproef bracht de drukker een extra bedrag voor correctiekosten (f 74,85) in rekening, waartegen Alice von Eugen-van Nahuys op 8 juni protesteerde: ‘Daar door de auteur geen veranderingen in de tekst zijn gemaakt, wilt u dit bedrag blijkbaar in rekening brengen voor de door ons aangebrachte typografische correcties. Maar daarmee kan ik het niet eens zijn.’Ga naar voetnoot18 In verband met deze kwestie vroeg mevrouw Von Eugen, toen zij de revisie- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 517]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
proef aan Achterberg stuurde, of hij na correctie óók de eerste proef terug wilde sturen ‘met het oog op de typografische correcties, die hier nog gecontroleerd moeten worden’.Ga naar voetnoot19 Op 10 juni stuurde Achterberg de proeven retour.Ga naar voetnoot20 Op 21 juni stuurde Querido de gecorrigeerde revisieproef aan Boosten & Stols, met het verzoek om van de desbetreffende pagina's een tweede revisie te mogen ontvangen.Ga naar voetnoot21 Het in de collectie Achterberg overgeleverde exemplaar van de revisieproef is slechts gedeeltelijk opengesneden. Op een aantal pagina's heeft J.C. Achterberg-van Baak correcties van zetfouten aangebracht. Ook niet-opengesneden pagina's bevatten correcties, wat er op zou kunnen wijzen dat niet dit exemplaar aan de drukker is teruggestuurd, maar een ander exemplaar (waaruit de correcties dan zijn overgenomen op het bewaard gebleven exemplaar). Tegen deze veronderstelling pleit dat Querido de gecorrigeerde revisie na gebruik aan Achterberg heeft teruggestuurd, en dat het niet erg waarschijnlijk is dat Achterberg het eerste, ‘echte’ exemplaar niet bewaard zou hebben en het tweede, ‘administratie’-exemplaar juist wél.Ga naar voetnoot22 Op 13 juli 1954 schreef Tine van Buul aan Boosten & Stols: ‘Van de firma Thieme in Nijmegen ontvangt U: 6000 vel gewoon houtvrij Romandruk 85 × 106, 100 grs [...], bestemd voor 1200 exemplaren Achterberg, cryptogamen iii, dat U een dezer dagen voor afdrukken ontvangt.’ Terwijl de drukker bezig was met het afdrukken van de exemplaren, begon voor Querido de aanbiedingsreis. Tijdens het bezoek aan de boekhandel werd de uitgever geconfronteerd met het feit dat tezelfdertijd Voorbij de laatste stad - de door Bert Bakker uitgegeven ‘bloemlezing uit het gehele oeuvre’ - werd aangeboden. Deze ‘vervelende ervaring’ deelde Alice von Eugen-van Nahuys op 9 augustus aan Achterberg mee: Onze vertegenwoordigers zijn op het ogenblik, zoals je je wel zult kunnen voorstellen, bezig de boekhandel te bezoeken met ‘Cryptogamen iii’. Daarbij doen zij de vervelende ervaring op, dat Daamen tegelijkertijd met een bundeltje van jou op aanbieding is. Het is jammer dat dit nu juist tegelijkertijd gebeurt, want nu zijn de boekhandelaars erg geneigd eerder het goedkope bundeltje, dan de dure uitgave van ‘Cryptogamen iii’ te kopen. Ik meen je dit even te moeten melden en ik stuur een afschrift van deze brief aan Bert Bakker.Ga naar voetnoot23 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 518]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tegenover Bert Bakker formuleerde zij haar teleurstelling als volgt: ‘Wat jammer, dat wij die beide aanbiedingen niet beter getimed hebben. Vooral met het oog op Gerrit's royalties en ook natuurlijk met het oog op een zo kostbare uitgave als “Cryptogamen iii”, is dat wel heel schadelijk.’Ga naar voetnoot24 Bakker zag de ernst van de situatie in - ongetwijfeld herinnerde hij zich ook de eendere situatie met Ballade van de gasfitter/Ode aan den Haag en Cenotaaf uit het jaar ervoor - en schortte de uitgave van Voorbij de laatste stad op tot het voorjaar van 1955.Ga naar voetnoot25 Ook bij de productie van Cryptogamen iii deed zich een onaangename kwestie voor: een gedeelte van de afgedrukte vellen was bij het verzenden aan binderij J. Brandt & Zn. te Amsterdam beschadigd geraakt.Ga naar voetnoot26 Op 31 augustus 1954 had Querido de binder opdracht gegeven 560 (500 arabisch en 60 romeins genummerde) exemplaren te binden. Bij het uitpakken van de dozen ontdekte deze dat verschillende vellen aan de hoeken beschadigd waren, waarna hij de uitgever waarschuwde. Op 9 september deed Tine van Buul navraag bij Boosten & Stols. De drukker voelde zich echter niet aansprakelijk, want volgens hem waren de vellen ‘zorgvuldig’ ingepakt. In een brief van 10 september deelde Brandt Querido mee dat de vellen uiteindelijk niet opnieuw gedrukt maar weer ‘goedgemaakt’ waren, voor de prijs van f 130, -. Vervolgens kon de aangegeven oplage gebonden en verder afgewerkt worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45.5 De eerste druk van Cryptogamen IIIOp 20 oktober 1954 kon Alice von Eugen-van Nahuys aan Achterberg meedelen: ‘“Cryptogamen iii” is er gelukkig en zal midden volgende week verschijnen. [...] Ik hoop dat je plezier aan deze uitgave zult beleven en dat hoop ik voor onszelf natuurlijk ook.’ Met gelijke post stuurde zij ‘15 exemplaren van de gewone editie, nummers 1 tot en met 15, en een exemplaar romeins genummerd’ - waar Achterberg om gevraagd had -, al noemde zij het ‘natuurlijk volkomen ongebruikelijk om bij zo'n geringe oplage zo hoge aantallen presentexemplaren te geven, maar wij hebben onze hand over ons hart gestreken’.Ga naar voetnoot27 Op 23 oktober bedankte Achterberg haar ‘heel hartelijk [...] voor de prachtige uitvoering! Tevens ben ik je bijzonder erkentelijk voor de extra-exemplaren.’Ga naar voetnoot28 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 519]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In het Nieuwsblad voor de boekhandel van 11 november 1954 staat de bundel als volgt vermeld: ‘Achterberg, Gerrit[:] Cryptogamen. Amsterdam, Em. Querido. 205 × 13. Dl. 3. Eurydice. Limiet. Energie. Existentie-Zestien. Hoonte. Doornroosje. En Jezus schreef in 't zand. 293 blz. fl. 12.00; geb. fl. 14.50’. De samenstelling van de bundel is als volgt:Ga naar voetnoot29
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 520]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het stofomslag is van wit papier met roodbruine en groene belettering.Ga naar voetnoot31 De band is van groen linnen met gouden opdruk. De typografische verzorging zal in handen van Theo Kurpershoek zijn geweest, al werd het binnenwerk van de bundel - zoals hiervóór bleek (§ 45.2) - gezet naar het model van Oude cryptogamen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45.6 De ontvangst van de bundel45.6.1 Verkoop en honorariumHet honorarium voor Cryptogamen iii was gesteld op 15% per verkocht exemplaar.Ga naar voetnoot32 Op 18 november 1953 had Achterberg hiervan f 250, - als | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 521]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voorschot ontvangen. Blijkens de overgeleverde afrekeningen is de verkoop van de bundel als volgt verlopen: 1954: 370; 1955: 47; 1956: 41; 1957: 37; 1958: 19; 1959: 28; 1960: 46; 1961: 78; 1962: 256; 1963: 102; 1964: 32; 1965: 16; 1966: 30. Zoals hiervóór reeds bleek (zie § 45.4), werd de oplage niet in één keer gebonden. Op 31 december 1960 bestond de voorraad nog uit ‘253 exx. + ± 270 plano’. De laatste exemplaren in losse vellen werden dus nog ná 1961 ingebonden. Bij de afrekening over 1966 staat vermeld dat de voorraad nul exemplaren bedraagt. In totaal zijn er 1102 van de 1140 arabisch genummerde exemplaren verkocht. Van de 38 ontbrekende exemplaren ontving Achterberg er vijftien en werden er bij de afrekeningen over 1962-1966 negen als ‘present en defect’ opgegeven. In 1959 begon Achterberg met de voorbereidingen voor een gezamenlijke herdruk van de verschillende Cryptogamen-bundels. Deze herdruk verscheen in 1963 postuum onder de titel Verzamelde gedichten (zie verder § 51). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45.6.2 Recensies
|
|