Gedichten. Deel 2. Commentaar
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 412]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35 Sneeuwwitje35.1 Voorbereidingen voor de bundelOver de totstandkoming van Sneeuwwitje zijn geen gegevens bekend. De idee voor de bundel is mogelijk reeds in het begin van 1948 ontstaan, gezien Achterbergs vragen aan Jan Vermeulen in een brief van 2 april 1948: ‘ik loop al weken te zoeken naar Sneeuwwitje, Doornroosje en Goudelsje; weet jij misschien een boek waar ze in staan? [...] Weet jij misschien wie Maya was? Een mythologische figuur? Wat ben ik lastig hè.’Ga naar voetnoot1 Eind 1948 was de samenstelling van Sneeuwwitje afgerond en informeerde Achterberg bij verschillende personen naar de mogelijkheden tot uitgave van de bundel. Aan Adriaan Morriën, aan wie hij een aantal gedichten voor Criterium stuurde, vroeg hij of Meulenhoff - de uitgever van het tijdschrift - interesse in de bundel zou hebben, want op 14 december 1948 schreef Morriën hem: ‘Ik heb Meulenhoff over je bundel Sneeuwwitje gesproken. Stellig voelt hij er voor je gedichten uit te geven. Hij zou je spoedig schrijven.’Ga naar voetnoot2 Ook heeft Achterberg de bundel ter sprake gebracht bij A.A.M. Stols, die hem op 11 januari 1949 liet weten ‘niet tot uitgave van uw bundel sneeuwwitje over te gaan’.Ga naar voetnoot3 Vervolgens heeft Achterberg de bundel op 24 januari 1949 aangeboden bij uitgeverij Querido te Amsterdam:Ga naar voetnoot4 Geachte Heer Querido, Op 26 januari 1949 antwoordde Alice von Eugen-van Nahuys, directrice van de uitgeverij: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 413]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uw manuscript ‘Sneeuwwitje’ vond ik vanmorgen op mijn bureau. Toen de heer Hirsch met mij over dit manuscript sprak heb ik hem meteen gezegd dat ik eigenlijk voor het hele jaar '49 geen nieuwe verzenbundels meer kon aannemen, omdat er door de productiebeperking, waartoe wij gezien de toestand in de boekhandel in '48 gedwongen waren, een verschuiving heeft plaats gevonden, waardoor verschillende bundels, die eigenlijk in '48 hadden moeten verschijnen, nu pas in '49 uitkomen. Achterberg is hiermee akkoord gegaan, want reeds op 4 februari 1949 stuurde mevrouw Von Eugen hem het contract voor de bundel. In het contract was onder meer bepaald dat de bundel ‘in het najaar van 1949’ zou verschijnen, dat Achterberg behalve ‘een in het voorjaar bij Breughel te verschijnen bundelGa naar voetnoot6 [...] geen andere bundels bij andere uitgevers’ zou publiceren, en dat hij ‘zijn eerstvolgend manuscript allereerst aan de uitgeefster’ zou aanbieden.Ga naar voetnoot7 Gezien de geplande verschijning in het najaar zal niet onmiddellijk haast zijn gemaakt met de productie van de bundel. Hierover is geen nadere correspondentie overgeleverd, met uitzondering van een verzendbriefje waaruit blijkt dat op 29 juni 1949 de ‘Proef in 2-voud (1-40) [/] + copy’ aan Achterberg werd gezonden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35.2 De drukproef van de bundelVan de bundel Sneeuwwitje is alleen de eerste drukproef overgeleverd, bestaande uit 40 pagina's en door Achterberg met potlood gecorrigeerd. Afgezien van de correctie van zetfouten bracht Achterberg in de volgende gedichten nog nieuwe varianten aan: [604] ‘Papyroline’, [793] ‘Euclides’, [796] ‘Ban’, [803] ‘Spellbound’, [806] ‘Reincultuur’ en [811] ‘Inclinatie’. De samenstelling van de proef is gelijk aan de uiteindelijke samenstelling van de bundel (zie § 35.3) en wordt hier verder niet uitputtend beschreven. Het is niet bekend wanneer Achterberg de gecorrigeerde proef aan Querido heeft teruggestuurd. Op 3 september 1949 werd de revisie- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 414]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
proef aan hem gezonden,Ga naar voetnoot8 die zoals gezegd niet bewaard is gebleven. De overige correspondentie betreft een verzoek van Johan van der Woude om een gedicht uit de bundel in Vrij Nederland te mogen publicerenGa naar voetnoot9 en de voorbereidingen voor Singel 262, waarin Achterberg als één van de zesentwintig Querido-auteurs zou worden geïntroduceerd.Ga naar voetnoot10 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35.3 De eerste druk van SneeuwwitjeOp 16 november 1949 stuurde Alice von Eugen-van Nahuys de afgesproken tien auteursexemplaren van Sneeuwwitje aan Achterberg: ‘Ik hoop dat wij beiden pleizier aan deze bundel mogen beleven en dat de uitgave in Uw smaak valt.’ Achterberg bedankte haar op 1 december 1949: ‘Het ziet er bijzonder mooi uit!’ In het Nieuwsblad voor de boekhandel van 1 december 1949 werd de bundel als volgt vermeld: ‘Achterberg, Gerrit[:] Sneeuwwitje. Amsterdam, Em. Querido. 21 × 13. 38 blz. Geb. fl. 4.25’. De samenstelling van de bundel is als volgt:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 415]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De bundel verscheen alleen in gecartonneerde uitvoering (witte band met zwarte opdruk) en werd typografisch verzorgd door Susanne Heynemann.Ga naar voetnoot11 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35.4 De ontvangst van de bundel35.4.1 Verkoop en honorariumIn het contract van Sneeuwwitje was het honorarium bepaald op ‘15% van de ingenaaide verkoopprijs minus omzetbelasting per verkocht exemplaar’. Op 27 januari 1949 had Achterberg reeds f 250, - als voorschot ontvangen. Blijkens de afrekeningen is de verkoop van de bundel als volgt verlopen: 1949: 403; 1950: 130; 1951: 69; 1952: 40; 1953: 39; 1954: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 416]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22; 1955: 17; 1956: 13; 1957: 6; 1958: 5; 1959: 9; 1960: 14; 1961: 9; 1962: 48; 1963: 26; 1964: 7; 1965: 29; 1966: 2. Bij de afrekening over 1966 wordt vermeld dat de voorraad nul exemplaren bedraagt. Van de oplage van 1000 exemplaren zijn derhalve 888 exemplaren verkocht. De overige exemplaren - afgezien van de 10 exemplaren die aan Achterberg werden verstrekt - zullen niet in de handel zijn gebracht en/of voor promotie en recensie zijn gebruikt. Naar aanleiding van de afrekening over 1949 heeft Achterberg bezwaar gemaakt tegen de berekening van het honorarium, omdat daarbij de bandprijs in mindering was gebracht. Achterberg was er blijkbaar van uitgegaan dat de afgesproken prijs de ingenaaide prijs betrof, want op 20 september 1950 schreef mevrouw Von Eugen aan hem: ‘Ik wil geen kwestie met U hebben over het honorarium en aangezien ik U volgens U beloofd heb het boekje ingenaaid uit te geven, zullen we U ook over de banden 15% royalty betalen.’Ga naar voetnoot12 In 1961 werd Sneeuwwitje herdrukt in de verzamelbundel Cryptogamen 4 (zie verder § 49). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35.4.2 Recensies
|
|