Gedichten. Deel 2. Commentaar
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 341]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29 Cryptogamen29.1 VoorgeschiedenisNaast de publicatie van nieuwe bundels heeft Achterberg vanaf 1943 ook de mogelijkheden tot heruitgave van eerder verschenen bundels met zijn uitgevers besproken. Met Van Dishoeck correspondeerde hij over een (al dan niet clandestiene) herdruk van Afvaart, met Stols over de herdruk van Eiland der ziel, Dead end, Osmose en Thebe.Ga naar voetnoot1 Stols had de wens tot herdrukken zelf uitgesproken toen hij op 1 maart 1943 een afrekening over de bundels stuurde: ‘Ten zeerste hoop ik, dat spoedig de tijden zullen aanbreken voor een nieuwe bundel en voor herdrukken van de oude.’ In 1943 zou hij echter alleen een clandestiene herdruk van Osmose op de markt brengen. In 1944 heeft Stols voorgesteld ‘de verzamelde “werken”’ uit te geven, zoals Achterberg op 25 juli 1944 aan Jan Vermeulen schreef: ‘Kun jij er finantieel een raming van doen? Ik dacht: 5000 ex. à f 10,- met voor mij 15% = f 7500. Of is dit al te schromelijk te veel of te weinig?’ Toen hij een maand later Bert Bakkers mening vroeg, had hij zijn schatting al verlaagd tot ‘3000 exempl. á f. 10, - met 15% royalty = f. 4500.’Ga naar voetnoot2 Tijdens het laatste oorlogsjaar zou er niets van een verzamelbundel terechtkomen. De plannen werden uitgesteld tot na de oorlog, zoals Jan Vermeulen op 6 april 1945 aan Ad den Besten schreef: Na de oorlog hoop ik zijn verzamelde verzen in één band te verzorgen, waarbij uit zijn tijdens de oorlog clandestien verschenen bundels een strenge schifting zal worden gemaakt, daar lang niet alle verzen daaruit op hetzelfde peil staan. Morendo is in dit opzicht veel beter dan Sintels en Eurydice, die poetisch eigenlijk geen van beide verantwoord zijn. Op 6 juni 1945 bracht Achterberg de heruitgave van zijn werk wederom bij Stols ter sprake: Misschien herinnert U zich, dat wij destijds te spreken kwamen over het herdrukken van ‘Eiland der Ziel’, ‘Dead End’, ‘Osmose’ en ‘Thebe’, waarbij ook de mogelijkheid van een ‘verzamelde’ uitgave werd geopperd, in principe door U toegezegd.Ga naar voetnoot3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 342]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tevens sprak hij de hoop uit dat Stols in de toekomst al zijn werk ‘tegen eene uitkeering jaarlijks of ineens’ zou willen uitgeven: ‘ik weet in het geheel niet of zulk een voorstel levensvatbaarheid heeft, maar doe het U, waar mijn verloofde en ik gaarne spoedig zouden trouwen en een overeenkomst met U een goede waarborg mag heeten’. Stols antwoordde op 14 juni 1945: Van de herdruk van de vier reeds verschenen bundels kan wegens gebrek aan papier voorloopig niets komen. Het meeste spijt het mij echter dat ik niet kan ingaan op Uw voorstel om een basis te vinden waarop Uw geheel oeuvre te mijner beschikking zou komen, hetzij tegen een jaargeld, hetzij tegen een bedrag ineens. Daarvoor zult U zich tot een Maecenas moeten wenden en ik heb helaas niet de middelen om die rol te spelen. Ik laat U dan ook wat betreft Uw andere werk, behalve hetgeen reeds bij mij is verschenen en behalve ‘Sphinx’ en ‘Existentie’, volkomen vrij. Zoodra ik de gelegenheid zie Uw bundels uit te geven zal ik daartoe ongetwijfeld overgaan. Vervolgens heeft Achterberg overwogen andere uitgevers te interesseren voor de overname van al zijn werk. Op 23 juni 1945 vroeg hij aan Jan Vermeulen: ‘Zou jij uitgevers weten, die daar ooren naar zouden hebben? Kroonder? Balkema? Stols wil niet, dat weet ik zoo wel.’Ga naar voetnoot4 A.M.E. van Dishoeck toonde op 10 oktober 1945 zelf zijn belangstelling: ‘Als het eenigszins kan wil ik wel al Uw verder werk blijven uitgeven. Dit is gemakkelijker voor U ook.’ Alvorens hier op in te gaan, zocht Achterberg contact met Stols, maar deze heeft zijn brief van 17 oktober 1945 nooit beantwoord.Ga naar voetnoot5 Op 1 december 1945 vroeg Achterberg aan Jan Vermeulen of hij de uitgever eens wilde benaderen: Vraag het hem nog eens ten overvloede, als je wilt en kunt; anders reken ik er maar op, dat hij er niet aan wil. Het zou mooi zijn als alles in één hand was t.o.v. eventueele bloemlezing of verzameld werk. Maar misschien geef jij over een paar jaar mijn verzameld werk uit! Of is het niet je bedoeling uitgever te worden? Dat zou prachtig zijn: elke afdeeling een eigen letter: De ‘Orpheus’, enkele Egyptien[n]es, b.v. ‘Karnak’, ‘Memphis’ enz. Het is maar een idee. Volgens Achterberg hadden ‘andere uitgevers’ reeds aangeboden ‘alles in de toekomst van mij uit te geven’; in zijn volgende brief preciseerde hij: Dishoeck schreef: stuur me alles maar. Spectrum wil gaarne alle uitgaven aan zich trekken. Ik schrijf je dit onder discretie. Wat moet ik doen? Wilde Stols maar het een of ander. Zou hij voor me te spreken zijn? Maar dezer dagen moet ik beslissen. Wil Stols zoo'n verzamelbundel van al het nieuwe: mij goed. Dan heeft hij 9 bundels en is | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 343]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het bij hem het gunstigst voor een eventuele bloeml. of verzameld werk - tenzij jij dit later doet.Ga naar voetnoot6 Op 9 januari 1946 heeft Achterberg Stols in Den Haag bezocht om de uitgave van de verzamelbundel te bespreken. Tijdens die ontmoeting heeft Stols hem beloofd ‘nog dit jaar te herdrukken’.Ga naar voetnoot7 De definitieve toezegging volgde per brief op 17 januari 1946: Verder willen wij zelf de bundels Eiland der Ziel, Dead End, Osmose en Thebe herdrukken. Wat denkt U ervan deze 4 bundels in een band te vereenigen onder de titel: ..., bevattende Eiland, Dead End, Osmose, Thebe. Bericht U hierover spoedig aan ons, ook of U nog gedichten uit deze bundels wilt laten vervallen, veranderen.Ga naar voetnoot8 Uit praktische overwegingen zal Stols ervoor gekozen hebben alleen de door hemzelf uitgegeven bundels te herdrukken. Omdat de overige bundels bij andere uitgevers waren ondergebracht, was de uitgave van het ‘verzameld werk’ niet mogelijk. Achterberg nam genoegen met deze voorlopige oplossing, al hoopte hij wel ‘dat Stols en Van Dishoeck zich later met elkaar willen verstaan voor een definitieve verzameling’, zoals hij op 19 januari 1946 aan Jan Vermeulen schreef. In de loop van 1946 heeft hij Van Dishoeck verschillende keren gevraagd naar diens plannen voor de gezamenlijke herdruk van onder andere Afvaart, Morendo, Inertie en Sintels, maar Van Dishoeck zag hier uiteindelijk geen kans toe. Een dergelijke uitgave zou pas in 1951 gerealiseerd worden met Oude cryptogamen (zie § 38). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29.2 Voorbereidingen voor de bundelOver de door Stols voorgestelde herdruk van Eiland der ziel, Dead end, Osmose en Thebe schreef Achterberg op 19 januari 1946 aan Jan Vermeulen: Ik vind het fijn, dat het zoover is. Acht jij ook één band het beste? Zou de verzameltitel Cryptogamen het doen? Anders houd ik me graag aanbevolen voor een betere. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 344]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(In dat geval vervalt de opdracht dezer vier verzen: ‘aan dr. Palies’, vind je ook niet?)Ga naar voetnoot9 [...] De keuze voor het al dan niet gezamenlijk uitgeven van de bundels liet Achterberg uiteindelijk aan Stols over, omdat hij ‘geheel verzekerd [was], dat U mij het grootst mogelijke rendement zult geven en laat het daarom aan Uw inzicht over de bundels apart of samen te herdrukken.’Ga naar voetnoot11 Met het besluit tot herdruk in één band verklaarde Achterberg zich op 2 februari 1946 ‘geheel accoord’.Ga naar voetnoot12 Vervolgens is met de productie van Cryptogamen begonnen. De kopij voor de bundel is niet overgeleverd, maar heeft vrijwel zeker bestaan uit exemplaren van de afzonderlijke bundels, waarin de door Achterberg opgegeven correcties zullen zijn aangebracht. De voorbereidingen zouden geruime tijd in beslag nemen. Op 3 april 1946 schreef Jan Vermeulen aan Achterberg: ‘Met den herdruk van eiland der ziel enz. schiet het helaas nog niet erg op.’ Ook stelde hij in deze brief voor de ‘Inleiding’ van Ed. Hoornik bij Eiland der ziel te vervangen door Bertus Aafjes' essay De dichter van de sarcophaag; hij vond ‘de inleiding van Eddy niet meer up to date [...] en bovendien voor dezen herdruk niet heelemaal geschikt’, en daarentegen ‘Bertus’ inleiding wel het beste [...] dat er over je geschreven werd’. In zijn antwoord van 6 april 1946 sloot Achterberg zich bij deze mening aan. Tevens vroeg hij of het mogelijk zou zijn Eurydice nog in de bundel op te nemen, omdat dan - met de door Van Dishoeck beloofde heruitgave van Afvaart en Morendo - ‘alles ± herdrukt’ zou zijn. Op 8 mei 1946 heeft Achterberg deze mogelijkheid ook aan Stols voorgelegd, waarbij hij er echter op wees dat uitgeverij Het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 345]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Spectrum de bundel mogelijk zelf zou willen herdrukken. Het laatste was inderdaad het geval, waarmee de opname van Eurydice in Cryptogamen van de baan was, nog afgezien van de vraag of Stols veel zou hebben gevoeld voor een uitbreiding van de verzamelbundel.Ga naar voetnoot13 Begin mei heeft Achterberg mogelijk de drukproef van het eerste gedeelte van Cryptogamen ontvangen, want op 10 mei 1946 vroeg hij aan Stols: ‘Moet het vers “Standbeeld” in de studie van Aafjes gehandhaafd blijven, als voorrede tot Cryptogamen, nu het ook in “Sphinx” staat?’Ga naar voetnoot14 In de loop van mei heeft hij de resterende proeven in gedeelten gekregen en gecorrigeerd. De proeven van de laatste afdeling (Thebe) - op 21 mei 1946 door Vermeulen verzonden - heeft Achterberg in verband met de uitreiking van de Pinksterprijs pas eind mei of begin juni gecorrigeerd.Ga naar voetnoot15 Nadat Achterberg op 7 juni 1946 nog enkele gegevens voor de bibliografie had doorgegeven, zal de bundel voor revisie naar de zetter zijn gegaan. De correctie van de revisieproef heeft Achterberg overgelaten aan Jan Vermeulen, blijkens de volgende opmerking in zijn brief van 15 september 1946: ‘Dus tóch nog een paar fouten in Crypt. Ja, dat begrijp je niet, maar 't schijnt haast onvermijdelijk te zijn, dat er een fout in blijft. Ik ben heel benieuwd hoe ze er uit komen te zien.’ De verdere afwerking van de bundel zou tot eind november in beslag nemen. Op 27 november 1946 stuurde Vermeulen de eerste exemplaren van Cryptogamen en Existentie, ‘die zoojuist van den binder kwamen. Ik ben erg benieuwd hoe je de uitvoering vindt.’Ga naar voetnoot16 Het antwoord van Achterberg bleef niet bewaard. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29.3 De eerste druk van CryptogamenIn het Nieuwsblad voor den boekhandel van 19 december 1946 werd de bundel in de rubriek ‘Nieuwe uitgaven in Nederland’ vermeld: ‘Achterberg, Gerrit: Cryptogamen. [Herdruk in één deel van:] Eiland der ziel, Dead end, Osmose, Thebe. Met een inleiding van Bertus Aafjes. 's-Gravenhage, A.A.M. Stols. 145 × 12. 236 blz. Geb. fl. 3.90’.Ga naar voetnoot17 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 346]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Omdat de samenstelling van de afzonderlijke bundels (op één na) in de herdruk niet gewijzigd is, wordt de inhoud van de bundels hier niet nog eens volledig weergegeven; hiervoor raadplege men de beschrijvingen van de afzonderlijke bundels. De enige wijziging in de samenstelling betreft de verwijdering van [272-275] ‘Zestien’ uit Dead end.Ga naar voetnoot18 De samenstelling van de bundel is als volgt:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 347]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De band is uitgevoerd in grijs linnen met gouden opdruk. Het stofomslag is van wit papier met grijze opdruk en zwarte belettering.Ga naar voetnoot20 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29.4 De ontvangst van de bundel29.4.1 Verkoop en honorariumHet honorarium voor Cryptogamen was gesteld op 15% per exemplaar, waarbij de bandprijs van de prijs van de bundel werd afgetrokken.Ga naar voetnoot21 Blijkens de afrekeningen is de verkoop van de bundel als volgt verlopen: 1946: 960; 1947: 415; 1948: 96; 1950: 150; 1951: 157; 1952: 111. De cijfers over 1949 ontbreken. Volgens een aantekening in het Querido-archief had Stols per 1 januari 1950 nog een voorraad van 180 gebonden exemplaren en 200 exemplaren in losse vellen.Ga naar voetnoot22 Dit betekent dat er in 1949 149 exemplaren zijn verkocht; de totale oplage van Cryptogamen komt hiermee op 2038 exemplaren, nog afgezien van de exemplaren die voor promotie en recensie zullen zijn gebruikt. Eind 1952 was de eerste druk van Cryptogamen uitverkocht. Kort daarna is met de voorbereiding van een herdruk begonnen (zie verder § 29.5). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29.4.2 Recensies
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 348]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29.5 De tweede druk van Cryptogamen29.5.1 Voorbereidingen voor de bundelEind 1952 zijn er ter uitgeverij Stols plannen gemaakt voor een herdruk van Cryptogamen. Voor de typografische verzorging werd Jan Vermeulen aangezocht, die op 25 januari 1953 aan Achterberg schreef: Van de heer Barth van Stols kreeg ik de vererende opdracht een herdruk te verzorgen van Cryptogamen. Je begrijpt natuurlijk wel dat ik dat bijzonder leuk vind, omdat het al lang een ambitie van me was om nog eens een van je bundels typografisch te verzorgen. Ik zal er dan ook iets moois van zien te maken. Barth verzocht me mij in eerste instantie met jou in verbinding te stellen omtrent de definitieve samenstelling van de kopij. Zou je mij dus zo spoedig mogelijk op willen geven wat je wilt veranderen en eventueel toevoegen of weglaten? Beschik je nog over een exemplaar van de eerste druk, dat als kopij voor de zetter zou kunnen dienen? Barth had nog één exemplaar, maar dat wilde hij liever bewaren. Desnoods kan mijn eigen exemplaar wel gebruikt worden. Het antwoord van Achterberg op deze brief is niet overgeleverd, wel een latere brief (van 8 maart 1953) waarin hij Vermeulen liet weten dat hij ‘blij [was] dat jij de bundel verzorgt, Jan, en erg benieuwd naar het resultaat’. Uit deze brief blijkt dat er op dat moment reeds was gesproken over de uitvoering van de bundel, want Achterberg schreef verder onder meer: Barth wilde de oplaag van Cryptogamen op 1200 stellen en de 60 (70) hoogste nummers naar de pers sturen. Ik krijg dan no 1-15 en Stols zelf, meen ik, 16-20. De 10 luxe-exemplaren worden romeins genummerd. In de maanden maart en april heeft Vermeulen de verdere afwerking van de bundel ter hand genomen. Op 1 april schreef hij aan Achterberg: ik hoop dat je het afgedrukte reismodel en het omslag van Cryptogamen in goede orde hebt ontvangen en dat het je goedkeuring kan wegdragen. De band wilde ik in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 349]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zwart linnen laten binden, omdat ik dat goed bij deze Cryptogamen vind passen en ook omdat ik weet dat jij op deze kleur nogal gesteld bent. Op 3 april bedankte Achterberg hem voor het omslag: ‘Het is prachtig geworden, vind ik en ik ben dan ook erg benieuwd naar de band.’ Afgezien van enkele ondergeschikte punten ging hij akkoord met de wijzigingen in de bibliografie en colofon. Over het corrigeren van de proeven schreef hij: ‘Ja, Dhr Barth had er geen bezwaar tegen dat jij de correctie zou waarnemen, waarbij hij beaamde, dat dit niet kosteloos hoefde te geschieden.’ Vervolgens heeft Vermeulen de proeven gecorrigeerd en zijn correcties nog aan Achterberg voorgelegd, zoals blijkt uit wat Achterberg op 15 april 1953 aan hem schreef: ‘je verbeteringen waren bijna allemaal goed t.a.v. de eerste tekst. Heel veel dank voor je accuratesse. Inmiddels belde ik Barth even op en dat is nu in orde; hij zei dat je je gang kon gaan met de band. Ik ben blij dat het dus helemaal jouw werk blijft.’ Over de verdere productie van de bundel zijn geen gegevens bekend, behalve de volgende passage uit een brief van Achterberg aan Vermeulen van 8 mei 1953: ‘Ja, het is wel jammer van die afgebroken regels, maar als er zoveel gewijzigd moet worden om ze weg te werken, laat het dan maar zo blijven, vind je ook niet?’ Vermeulen heeft het probleem weten op te lossen, want in de uitgave komen geen afgebroken regels voor. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29.5.2 De tweede druk van de bundelIn het Nieuwsblad voor de boekhandel van 25 juni 1953 werd de tweede druk van Cryptogamen als volgt vermeld: ‘Achterberg, Gerrit[:] Cryptogamen. Met een inleiding van Bertus Aafjes. [2e dr.]. 's-Gravenhage, A.A.M. Stols. 205 × 13. 244 blz. Geb. fl. 8.90’. De samenstelling van de bundel verschilt ten opzichte van de eerste druk doordat de opdrachten en motto's van de afzonderlijke bundels zijn weggelaten. De tekst van de gedichten is in de nieuwe spelling overgebracht. De samenstelling is als volgt: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 350]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 351]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De gewone exemplaren werden uitgevoerd in een zwart linnen band met goudopdruk. Het stofomslag is van zwart papier met witte belettering.Ga naar voetnoot25 De luxe-exemplaren hebben een band van rood linnen (eveneens met goudopdruk) en zijn gedrukt op Haesbeek de Luxe, in een groter formaat (22 × 16,5 cm) dan de gewone exemplaren. De luxe-exemplaren hebben geen stofomslag. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29.5.3 De ontvangst van de bundelHet honorarium voor de tweede druk van Cryptogamen was gelijk aan dat voor de eerste druk (15% per exemplaar minus bandprijs). Bij de afrekening over 1953 werd een aan Achterberg verstrekt voorschot van f 400, - verrekend. In 1958 werd de prijs van de bundel verlaagd van f 8,90 naar f 4,90. Blijkens de overgeleverde afrekeningen is de verkoop van de gewone exemplaren als volgt verlopen: 1953: 314; 1954: 137; 1955: 99; 1956: 80; 1957: 68; 1958: 478; 1959: 19.Ga naar voetnoot26 Bij de afrekening over 1959 staat vermeld: ‘oplaag daarmede uitverkocht’. In totaal zijn er dus 1195 van de 1200 exemplaren van de bundel verkocht. Voor zover bekend zijn er geen recensies van de tweede druk van Cryptogamen verschenen. |
|