Gedichten. Deel 2. Commentaar
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 332]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
27 Radar27.1 Voorbereidingen voor de bundelIn 1945 werd de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs toegekend aan Ida Gerhardt voor haar bundel Het veerhuis. Bertus Aafjes, Ed. Hoornik en M. Vasalis waren van mening dat Achterberg de prijs had moeten krijgen en organiseerden een protestactie. Op 4 januari 1946 schreef Hoornik hierover aan Achterberg: Zowel Vasalis, Aafjes als ik zijn vertoornd over het feit, dat Ida Gerhardt de Van der Hoogt-prijs kreeg; we zijn van plan te protesteeren.Ga naar voetnoot1 Inmiddels ontmoette ik een goed-gesitueerde vriend die mijn verbolgenheid deelde, en toezegde een prijs te zullen instellen (groot f 1000, -);Ga naar voetnoot2 een daartoe ingestelde commissie bestaat uit de drie hiervoor genoemden. In verband met een en ander wilde ik een Achterberg-tentoonstelling organiseeren bij Balkema, die zich, meen ik, bereids met je in verbinding heeft gesteld. Ook Stols besloot mede te werken [...]. De Amsterdamse boekverkoper en uitgever A.A. Balkema had Achterberg inderdaad reeds op 30 december 1945 benaderd met het voorstel om ‘voor die gelegenheid een klein bundeltje van Uw laatste nog niet gepubliceerde werk in een zeer kleine bibliophiele uitgaaf te maken, die U die middag zou kunnen signeeren hier en waarmee al gauw een f. 500.00 is te maken, de drukkosten enz. neem ik gaarne voor mijn rekening, de heele opbrengst is dan voor den dichter. Ik hoop dat U dit accepteert, en mij zoo snel mogelijk een kleine keuze van bv. 10 gedichten zendt [...]’. Op 14 januari 1946 stuurde Achterberg de gevraagde tien gedichten aan Balkema, alsmede een overzicht van publicaties van en over zijn werk.Ga naar voetnoot3 De gedichten behoorden aanvankelijk tot de bundel Energie, zoals blijkt uit wat Achterberg op 20 januari 1946 aan C.A.J. van Dishoeck schreef: ‘de Heer Balkema vroeg mij 10 verzen voor een bibliophiel bundeltje [...], en nu heb ik U geplunderd: om eenigszins tot een geheel te komen, moest ik wel omzien naar “Energie”.’Ga naar voetnoot4 | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 333]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
De voorbereiding van de bundel zou ruim twee maanden in beslag nemen. Over de oorzaak van deze vertraging schreef Achterberg op 6 april 1946 aan Jan Vermeulen: ‘'t Duurt lang met Balkema... 't zit alleen vast op het drukken van “Radar”, bij Enschede.’Ga naar voetnoot5 Verder zijn er over de productie geen gegevens overgeleverd. De bundel is vóór 27 mei 1946 verschenen, want op die datum vond de bijeenkomst ter gelegenheid van de uitreiking van de Pinksterprijs plaats in de boekhandel van Balkema te Amsterdam. Na de opening door Bertus Aafjes en een rede van Nico Donkersloot - aan wie Radar was opgedragenGa naar voetnoot6 - las Achterberg enkele gedichten uit de nieuwe bundel voor.Ga naar voetnoot7 | |||||||||||||||||||||||||||||||
27.2 De eerste druk van RadarRadar werd niet aangekondigd in het Nieuwsblad voor den boekhandel.Ga naar voetnoot8 In Brinkman's cumulatieve catalogus van boeken van 1946 staat de bundel als volgt vermeld: ‘Achterberg, Gerrit: Radar. Gedichten. [Gedrukt ter gelegenh. van de tentoonstelling van zijn werk in Mei 1946 in het Huis aan de drie Grachten te Amst.]. [Amst., A.A. Balkema]. Mei. 20 × 13. 16 blz. 200 ex. fl. 5. -’. De samenstelling van de bundel is als volgt:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 334]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
De typografische verzorging van Radar was in handen van J. van Krimpen. De bundel werd gezet uit de Romanée en gedrukt op Ossekop van Van Gelder Zonen. Het omslag is van rood karton met gouden opdruk. | |||||||||||||||||||||||||||||||
27.3 Twee handschriften van RadarVan de bundel zijn twee nethandschriften overgeleverd, die Achterberg na de verschijning van Radar heeft vervaardigd. Een exemplaar schonk Achterberg aan de financier van de Pinksterprijs, Joan Th. Stakenburg, aan wie hij het op 19 juni 1946 had beloofd. Het handschrift bestaat uit 12 bladen:Ga naar voetnoot9
Op 29 augustus 1946 bedankte Stakenburg Achterberg: ‘Terug van vacantie vond ik het prachtig uitgeschreven exemplaar van Radar, waarvoor ik je hartelijk dank zeg.’Ga naar voetnoot10 Eenzelfde exemplaar (met de opdracht: ‘voor Guus’) kreeg A.L. Sötemann, die de tentoonstelling bij Balkema had ingericht.Ga naar voetnoot11 Het is niet bekend of ook andere personen een dergelijk afschrift van Radar hebben ontvangen. | |||||||||||||||||||||||||||||||
27.4 De ontvangst van de bundel27.4.1 Verkoop en honorariumDe meeste exemplaren van Radar zullen zijn verkocht tijdens de tentoonstellingen te Amsterdam en Utrecht. Ook daarna waren er nog | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 335]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
exemplaren beschikbaar, zoals blijkt uit een brief van Chr. Leeflang (van boekhandel Broese te Utrecht) aan Achterberg: ‘Radar is behoorlijk verkocht, maar ik ben nog niet heelemaal door het aantal (50) heen, wat ik vooruit betaalde. Wij blijven actief!’ (4 oktober 1946) Over de verkoop zijn verder geen exacte gegevens bekend. Op 14 juli 1947 schreef Achterberg aan A.A.M. Stols dat de bundel weer tot zijn beschikking stond en informeerde hij naar de mogelijkheden van herdruk in een verzamelbundel. Pas in 1951 zou Radar worden opgenomen in de door Querido uitgegeven bundel Oude cryptogamen (zie verder § 38). | |||||||||||||||||||||||||||||||
27.4.2 RecensiesAan Radar is door de literaire kritiek slechts zijdelings aandacht besteed in artikelen van meer algemene aard, die naar aanleiding van de uitreiking van de Pinksterprijs verschenen:
|
|