Gedichten. Deel 2. Commentaar
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 329]
| |||||||||||||||||||||||||
26 Inertie26.1 Het eerste typoscript van de bundel InertieDe bundel Inertie bevatte vermoedelijk 39 gedichten toen Achterberg haar op 11 december 1945 aan A.M.E. van Dishoeck stuurde (zie hiervóór § 22.2). Volgens herhaalde mededelingen van Achterberg waren er zowel gedichten uit de jaren dertig als gedichten van recenter datum in de bundel opgenomen. Op 21 september 1946 vroeg Achterberg bijvoorbeeld aan Van Dishoeck of hij de vrije beschikking kon krijgen ‘over de 2e helft van “Inertie”, n.l. van en met het vers “Diagnose”, welke verzen niet zó homogeen zijn met de voorafgaande en Afvaart + Morendo.’ De eerste helft van de bundel bevatte dan nog twintig gedichten, zo schreef hij.Ga naar voetnoot1 Niet alle gedichten van de oorspronkelijke bundel kunnen worden achterhaald. Het eerste typoscript van de bundel bestaat uit 23 bladen van verschillend papiersoort en -formaat. Op grond van de getypte versies van de gedichten kan het typoscript in ieder geval gedateerd worden op eind 1945.Ga naar voetnoot2 Van slechts enkele gedichten staat vast dat zij in de jaren dertig zijn voltooid, zoals na het overzicht zal worden toegelicht. Opmerkelijk is de aanwezigheid van [673] ‘Diagnose’ in het overgeleverde typoscript, want volgens Achterbergs mededeling behoorde dat gedicht tot de tweede helft met recente gedichten. De samenstelling van het typoscript is als volgt:
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 330]
| |||||||||||||||||||||||||
Alleen van de volgende gedichten wordt de door Achterberg aangegeven vroege datering - de periode ‘Afvaart + Morendo’ - bevestigd door andere gegevens: [113] ‘Vrouw’ (vóór 15 juli 1930), [297] ‘Windmorgen’ (vóór 2 juli 1939), [280] ‘Het ademlooze’ (vóór 20 maart 1939), [281] ‘Requiem’ (vóór 20 maart 1939), [114] ‘Geloof’ (vóór 7 september 1930), [85] ‘Zwaar en verschaald...’ (vóór 27 augustus 1929) en [139] ‘Gekwetst...’ (vóór 31 maart 1931). Van [334] ‘Verkenning’ is een eerdere versie overgeleverd (van vóór 12 december 1939), die sterk afwijkt van de versie in het typoscript van Inertie.Ga naar voetnoot3 | |||||||||||||||||||||||||
26.2 Voorbereidingen voor de bundelOp 6 april 1946 bracht Achterberg de bundel Inertie weer ter sprake toen hij Van Dishoeck schreef over de gecombineerde herdruk van Afvaart en Morendo: Zooals ik U al schreef hooren deze bundels naar tijdsorde bijeen. Dit is ook min of meer het geval met ‘Inertie’ en ‘Sintels’ (gedeeltelijk) dat Kroonder clandestien uitgaf. Van Dishoeck antwoordde op 10 april 1946 dat hij ‘zeker geinteresseerd’ was in de verzamelbundel, maar dat hij de uitgave vanwege de papierschaarste niet eerder dan in het najaar zou kunnen realiseren.Ga naar voetnoot4 Op 21 september 1946 kwam Achterberg op de uitgave terug: | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 331]
| |||||||||||||||||||||||||
Nu ik in de gelegenheid ben ‘Inertie’ elders uit de geven, verzoek ik U mij deze bundel voor één druk af te staan. Van Dishoeck voelde niets voor dit voorstel - op de brief tekende hij aan: ‘Kan de pest krijgen Energie gaat al moeilijk.’ - en de uitgave werd, wederom, op de lange baan geschoven. Op 9 juni 1947 schreef Achterberg aan Van Dishoeck dat hij eind juni in Amsterdam zou zijn en vroeg hij of hij een afspraak kon maken voor een gesprek over de verschillende plannen: Intussen wilde ik de herdruk Afvaart enz. hergroeperen. Daartoe verzoek ik U mij ‘Inertie’ te zenden, opdat ik een geheel kan maken. Tevens is mijn vraag: nu U, zoals U schreef, nog met papiernood te kampen hebt, - vindt u het goed, het eens bij een andere uitgever te proberen? Het is louter een vraag. U heeft ‘Inertie’ al geruime tijd ter inzage en opperde al eens de mogelijkheid het apart te brengen. Dit lijkt mij voor een deel niet mogelijk, omdat dat thuishoort in de sfeer Afvaart, enz. Om precies te zijn: aangaande ‘Inertie’ is nog geen schriftelijke afspraak gemaakt, zodat ik het graag eerst nog eens bekijk. Ik breng het U dan eind Juni weer mee. Op 11 juni 1947 stuurde Van Dishoeck Inertie terug en stelde hij voor de uitgave verder mondeling te bespreken. Over de uitkomst van deze bespreking is niets bekend. In 1947 en 1948 zou Inertie niet meer genoemd worden in de correspondentie tussen Achterberg en Van Dishoeck. Uiteindelijk zou de bundel pas in 1951 worden opgenomen in de door Querido uitgegeven verzamelbundel Oude cryptogamen (zie verder § 38). |
|