Gedichten. Deel 2. Commentaar
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 326]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25 Einstein/Quantiteit/Energie25.1 EinsteinDe uitgave van de bundel Einstein heeft Achterberg ter sprake gebracht bij A. Marja, die hem op 11 september 1945 voorstelde de bundel te publiceren in de Bayard Reeks, waarvan hij redacteur was: Je zult je nog wel herinneren, dat we nog niet zo lang geleden ten huize van George Kroonder over het uitgeven van een bundel van jou praatten; in verband daarmee zou ik nu graag van je vernemen hoe die zaak eigenlijk verder verlopen is. Ik bedoel of Einstein nu al is samengesteld en of Jan Vermeulen dit doet en de bundel uitgeeft of dat je al bij een andere uitgever zit. Van een uitgave in de Bayard Reeks zou vooralsnog niets terechtkomen. Pas in augustus 1946 kreeg Marja de bundel Doornroosje voor de reeks.Ga naar voetnoot2 Achterberg wilde Einstein opdragen aan N.A. Donkersloot, die hem op 14 november 1945 had uitgenodigd om voor Critisch bulletin of het Algemeen handelsblad over poëzie te schrijven. Op 20 november antwoordde Achterberg dat hij hier wel voor voelde, ‘alleen: zal mij dit gelukken? Staat U mij toe het te beproeven en mocht blijken, dat dit terrein niet geschikt is voor me dan geeft U mij tijdig een wenk.’ Ook stelde hij Donkersloot voor een tijdschrift op te richten, getiteld Orpheus of Doodenboek, ‘om poëzie in te verzamelen, waarin de dood centraal is. Zwart omslag of geheel zwart met witte, geele letter enz.’Ga naar voetnoot3 Over de publicatiemogelijkheden van zijn nieuwe bundel(s) vroeg hij: ‘Verdient het aanbeveling, het nieuwe werk bij De Bezige Bij aan te bieden? Wel zit ik al aan verschillende uitgevers gebonden; dat is moeilijk voor 'n eventueele verzamelde uitgave of bloemlezing. Of zou het auteursrecht in deze een gunstige wijziging kunnen ondergaan?’ Donkersloot zal hem positief hebben geantwoord, want eind november zou Achterberg inderdaad contact opnemen met De Bezige Bij (zie verder § 25.3). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 327]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25.2 Het typoscript van de bundel QuantiteitHet overgeleverde typoscript van Quantiteit, opgedragen aan M. Nijhoff,Ga naar voetnoot4 bestaat uit 28 bladen van hetzelfde formaat. Er zijn verschillen in papiersoort, maar op basis hiervan kunnen geen nadere uitspraken gedaan worden omtrent eventuele wijzigingen in de samenstelling van de bundel. Of de thans overgeleverde volgorde van de gedichten authentiek is, is niet zeker: de bladen zijn niet genummerd en er is geen inhoudsopgave bewaard gebleven. Naar alle waarschijnlijkheid heeft het typoscript oorspronkelijk meer gedichten bevat. Het is bijvoorbeeld opmerkelijk dat [630] ‘Microben (variant)’ wel is overgeleverd, maar [624] ‘Microben’ niet. De samenstelling van het typoscript is als volgt:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 328]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25.3 EnergieVóór december 1945 moet Achterberg de samenstelling van Quantiteit alweer gewijzigd hebben. Op 1 december 1945 stuurde hij het aan Pfeffer ontleende motto aan Jan Vermeulen met het verzoek het op te nemen in Stof.Ga naar voetnoot5 Op 6 december schreef hij aan A.M.E. van Dishoeck ‘thans drie bundels gereed te hebben [...] resp. 28, 30 en 39 verzen groot’. Ook heeft Achterberg bij De Bezige Bij en Het Spectrum naar de mogelijkheden van publicatie geïnformeerd, want op 13 december 1945 schreef hij aan Vermeulen: Ik weet niet wat ik doen moet: De B. Bij wil Einstein en Energie samenvoegen. Dishoeck schreef: stuur me alles maar. Spectrum wil gaarne alle uitgaven aan zich trekken. Ik schrijf je dit onder discretie. Wat moet ik doen? Wilde Stols maar het een of ander. Uit deze brief blijkt dat de titel Quantiteit inmiddels was gewijzigd in Energie. Bij gebrek aan gegevens valt niet te zeggen hoe de samenstelling van de bundel op dat moment precies was. Medio januari zou Achterberg tien gedichten uit de bundel onderbrengen in Radar (zie § 27). Op verzoek van Van Dishoeck heeft hij vervolgens Einstein en Energie samengevoegd. Op 1 februari 1946 stuurde hij de bundel in de nieuwe samenstelling aan de uitgever (zie verder § 28). |
|