Gedichten. Deel 2. Commentaar
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18 Eurydice18.1 Voorbereidingen voor de bundelZoals in § 15 bleek, had Jan Vermeulen de bundel Eurydice/Limiet in het begin van september 1943 ter beoordeling gestuurd aan Bertus Aafjes. In de maanden oktober tot en met december zou Achterberg meermalen bij Jan Vermeulen informeren naar de vorderingen van de samenstelling, maar tot in het begin van 1944 bleek er geen contact mogelijk met Aafjes.Ga naar voetnoot1 Achterbergs ongeduld zou naarmate de tijd verstreek toenemen, zoals valt af te lezen aan de brieven die hij aan Vermeulen verstuurde: ‘We hooren van Bertus niks hè? Zou 't goed over gekomen zijn. Denk je dat je er naar kunt informeeren?’ (13 oktober 1943) ‘Je zou Bertus schrijven. Mooi. Welke verzen deed je er los bij (Nog andere dan “Bekeering”? (i en ii?)).Ga naar voetnoot2 Als het Bertus totaal niet lukt, laten we er gewoon weer mee naar Meyer gaan voor f 150, -. Vind je niet? Stols blijft dan altijd nog open.’Ga naar voetnoot3 (16 oktober 1943) ‘We hebben geen copie van Euridyce, Limiet, dus moeten het terug hebben. Is er nu werkelijk geen contact mogelijk met hem of Bert Bakker c.s. [...] Ik wou om een lief ding dat ik alles wat overal is weer bij me had. Vergeet niet wat Stols zei: probeer het gerust elders en als het niet lukt kom je maar weer bij mij? Daarom vooral [zou] ik graag weten hoever Bertus eventueel is. Schreef je hem nog onlangs? Wil je 't anders nog eens duidelijk maken aan hem [...]’. (18 november 1943) ‘Jan, als Bertus 't niet klaarspeelt: ga jij je gang. Ik zei geloof ik al: nog eens bij die Meyer? Desnoods voor minder?’ (27 november 1943) Uit een brief aan Vermeulen van 11 december 1943 blijkt dat Achterberg zelf ook nog met bepaalde gedichten bezig was: Wat is het doodjammer dat we geen copie hebben van Eurydice/Limiet; dan konden jij en Bertus desnoods gelijktijdig werken! Dat zit nu al een 1/2 j. en ik kan Bertus onmogelijk bereiken. Hij antwoordt ook niet meer. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Staat Danaïde (Rodin) in Eurydice?Ga naar voetnoot4 Is de titel ‘Danaïde’ eigenlijk wel goed, voor dat beeld van Rodin, ja ik meen zeker dat 't zoo heet, maar Danaïde komt toch vooral voor in 't meervoud? ('t vat der Danaïden?) En Fox Trot staat hier op dansplaten. Is dat de juiste schrijfwijze?Ga naar voetnoot5 Dat Achterberg de samenstelling van de bundel nog niet voltooid achtte, blijkt ook uit wat hij op 4 januari 1944 aan Vermeulen schreef: ‘Ik hoor maar niks van Bertus; hoewel ik dringend vroeg om bericht (mét postz.!) Hoe moet dat nu? [...] Ik wil de bundel nog reviseeren een beetje. En titels? Als het kan.’ De omstandigheid dat Aafjes in januari of februari verhuisde naar Amsterdam, vergemakkelijkte het contact aanzienlijk. Op 17 februari 1944 vroeg Achterberg aan Vermeulen: Zeg Jan, ben je in staat direct na ontvangst dezer naar Bertus te gaan om ‘Eurydice’? (Plantage Franschelaan 25, A'dam). De ‘kans’ waarop Achterberg doelde, betrof uitgeverij Het Spectrum te Utrecht. Op 21 februari 1944 schreef Achterberg aan Gabriël Smit, redacteur bij Het Spectrum: Van bevriende zijdeGa naar voetnoot7 vernam ik, dat ‘Het Spectrum’ in principe bereid is een bundel - ‘Eurydice’ - van mij uit te geven. Zou je mij kunnen zeggen op welk honorarium ik mag rekenen? Het is n.l. zoo, dat mijn raadsman Mr C.H.J.W. van Soest wil trachten mij, middels een nieuwe psychiater, meerdere vrijheid te verschaffen. Daar een en ander uit de aard der zaak met finantieele offers gepaard gaat, zou er mij veel aan gelegen zijn p.o. te mogen vernemen of het ‘Spectrum’ spoedig wil honoreeren, eventueel welk voorschot zij verstrekt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gaarne weet ik ook of de uitgave nu plaats heeft of na de oorlog; wij zijn geen lid van de k.k.Ga naar voetnoot8 Op 29 februari 1944 antwoordde Smit dat Het Spectrum ‘in principe’ bereid was Eurydice uit te geven, ‘doch alvorens een definitieve beslissing te nemen zullen wij het manuscript gaarne inzien. Wij verzoeken u dan ook ons dit toe te zenden.’ Op 13 maart 1944 stuurde Achterberg hem de kopij. Tien dagen later informeerde hij: ‘Las je “Eurydice” bereids? Zooals je kunt begrijpen [...] zie ik met eenige reikhalzing uit naar het in uitzicht gestelde voorschot.’ Separaat stuurde Achterberg M.H. Groenendaals boek Drukletters. Hun ontstaan en hun gebruik waarin, zoals hij schreef, ‘de “Orpheus”-letter voorkomt (blz. 84-85); een Duitsche, hindert dat? Of zou hij in Nederland wellicht niet worden aangetroffen?’Ga naar voetnoot9 Op 1 april 1944 berichtte Smit hem dat ‘wij gaarne bereid zijn Uw bundel Eurydice in ons fonds op te nemen’: Zooals wij U reeds mededeelden ligt het in onze bedoeling er binnenkort een beperkte, fraai verzorgde editie van in den handel te brengen. In verband hiermede zijn wij bereid U een voorschot van f 150. - te verstrekken. Tijdens het onderhoud, dat plaatsvond op 7 april 1944, is afgesproken dat Achterberg 15% aan honorarium (met een voorschot van f 150, -) en vijf auteursexemplaren zou ontvangen.Ga naar voetnoot10 Toen A.H. Bloemsma, directeur van Het Spectrum, op 11 april 1944 het - niet bewaard gebleven - contract van de bundel aan Achterberg stuurde, schreef hij: ‘Wij maken er U nog op attent, dat bij eventueelen herdruk meer dan vijf presentexemplaren verstrekt zullen worden; de beperkte oplage laat thans geen grooter aantal toe.’ Wanneer precies de productie van de Eurydice in gang is gezet, is niet bekend. Waarschijnlijk heeft Achterberg nog enkele veranderingen in de bundel aangebracht, want op 22 april 1944 vroeg hij aan Jan Vermeulen: ‘Weet je iets te vinden over: Medusa? (Beteekenis enz.)’.Ga naar voetnoot11 De feitelijke gang van zaken is niet meer te achterhalen, want er is geen kopij of | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
drukproef van de bundel overgeleverd. Op 4 juni 1944 schreef Gabriël Smit aan Achterberg: ‘Je “Eurydice” vordert: de vellen worden nu afgedrukt.’ Op 10 juli meldde hij: ‘“Eurydice” is afgedrukt en is aan het binden en brocheeren toe. Het komt er fijn uit te zien.’Ga naar voetnoot12 Op 19 juli 1944 heeft Achterberg een exemplaar van de bundel onder ogen gekregen, zoals hij aan Jan Vermeulen schreef: ‘Zooals je weet en de verrassing (als het dit voor je is): “Eurydice”, op oudhollandsch in Lutetia van van Krimpen. Ik zag het gebrocheerd, en vond het heel rustig, ik geloof dat je het mooi zult vinden.’ De verschijning van de bundel liet nog enkele weken op zich wachten, vanwege - zoals Smit begin augustus aan Achterberg schreef - oponthoud bij de binder: ‘het goede materiaal was maar niet te vinden. Maar enfin, die zaak schijnt nu zoo goed mogelijk opgelost te zijn. Ik heb het zelf niet gezien, maar Charles Nypels zei me, dat hij er iets op gevonden had.’Ga naar voetnoot13 Tussen 11 en 17 augustus 1944 heeft Achterberg de exemplaren van Eurydice ontvangen, want op de eerstgenoemde datum schreef hij aan Jan Vermeulen dat hij ‘nog niets’ ontvangen had, terwijl J.C. Bloem de dichter op 17 augustus uitgebreid bedankte voor Eurydice.Ga naar voetnoot14 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18.2 De eerste druk van EurydiceEurydice werd niet aangekondigd in het Nieuwsblad voor den boekhandel. In Brinkman's cumulatieve catalogus van boeken van 1945 staat de bundel als volgt vermeld: ‘Achterberg, Gerrit: Eurydice. Z. pl. Z.u. [Utr., Het Spectrum]. 1944. 8o. 235 × 15. 35 blz. 275 gen. ex. (fl. 5. -). Uitverkocht. Illegaal’. De samenstelling van de bundel is als volgt:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het omslag - vervaardigd van blauw-grijs papier - is om een wit kartonnen kaft gevouwen. De bundel werd gedrukt door drukkerij J. & M. Boomsma te Middelharnis.Ga naar voetnoot17 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18.3 De ontvangst van de bundelOver de verkoop van Eurydice zijn geen gegevens bekend. Volgens de opgave in Brinkman's cumulatieve catalogus van boeken (zie § 18.2) was de bundel in 1945 uitverkocht. Achterberg ontving, zoals hiervóór bleek, 15% aan honorarium, met een voorschot van f 150,-. Er zijn, voorzover bekend, geen recensies van de eerste druk van Eurydice verschenen. In juli 1946 verscheen bij uitgeverij Het Spectrum een herdruk van de bundel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18.4 De tweede druk van Eurydice18.4.1 De tweede druk van EurydiceIn december 1945 heeft Achterberg een gesprek gehad met P.H. Boogaard, de nieuwe directeur van Het Spectrum. Eén van de onderwerpen was de uitgave van een verzamelbundel, waarin de uitgever zeker geïnteresseerd was.Ga naar voetnoot18 Achterberg zag de bundel bij nader inzien echter het liefst bij A.A.M. Stols verschijnen. Op 9 januari 1946 sloot hij met Stols een overeenkomst, waarna hij Boogaard inlichtte dat dit plan dus van de baan was. Wel vroeg hij: ‘Is thans de tijd misschien gekomen om tot herdrukken van “Eurydice” over te gaan? Ik zou het gaarne vernemen en in dat geval de bundel eerst nog even willen doorloopen.’Ga naar voetnoot19 Boogaard heeft hierop positief gereageerd, want uit een volgende brief van Achterberg blijkt dat het besluit tot de herdruk dan al is genomen: Zou U thans Eurydice kunnen herdrukken in de ‘Orpheus’-letter, die toen niet te vinden was? Hij staat in het boek van Groenendaal.Ga naar voetnoot20 Enfin, U ziet het maar wat mogelijk is. Tekst en opdracht blijven overigens onveranderd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 264]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een antwoord op deze brief is niet overgeleverd. Mogelijk heeft Achterberg vervolgens een tijd lang niets over de herdruk vernomen, want in april 1946 overwoog hij de bundel terug te vragen. Op 6 april 1946 vroeg hij in verband met de voorbereidingen voor Cryptogamen aan Jan Vermeulen: Wat zou je er van denken om ook ‘Eurydice’ bij te drukken? Ik geloof wel dat Spectrum dit afstaat, tenzij ze 't zelf apart willen herdrukken. Zal ik het eens vragen? En of ze, als ze er zelf niet aan beginnen, het Stols zonder kosten willen overdoen? Op 8 mei 1946 heeft Achterberg deze mogelijkheid ook aan Stols voorgelegd: mogelijk wil het Spectrum, waar ‘Eurydice’ clandestien verscheen, deze bundel wel aan U afstaan. Zoudt U haar dan bij Cryptogamen kunnen nemen? Wanneer u dit gewenscht voorkomt, schrijf ik aanstonds aan Het Spectrum... tenzij [die] het zelf wil herdrukken, dat moet ik natuurlijk vooralsnog in het midden laten. Al is het vervolg niet bekend, het valt te voorspellen dat zowel Het Spectrum als Stols deze onverwachte manoeuvre van Achterberg niet serieus zullen hebben overwogen.Ga naar voetnoot22 Over de productie van de tweede druk zijn geen gegevens overgeleverd. Ongetwijfeld heeft de eerste druk als legger gediend voor de herdruk.Ga naar voetnoot23 Of Achterberg drukproeven van de bundel onder ogen heeft gehad, valt niet te zeggen. In een brief aan Achterberg van 17 juni 1946 deelde redacteur D. de Lange mee dat de tweede druk op punt van verschijnen stond. Er ontstond echter nog vertraging in de productie, die te maken zal hebben gehad met de ‘materiaalschaarste’ waarover P.H. Boogaard schrijft in de volgende brief van 10 juli 1946: Wij hebben het genoegen u hiernaast toe te zenden het overeengekomen aantal auteursexemplaren van uw bundel eurydice (vijftien st.) Op 19 juli 1946 bracht Achterberg Jan Vermeulen op de hoogte van de verschijning van de bundel: ‘bijna zelfde uitvoering, iets andere letter en geen nummering, dat moet je eens bekijken’.Ga naar voetnoot24 De tweede druk van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eurydice werd aangekondigd in het Nieuwsblad voor den boekhandel van 1 augustus 1946: ‘Achterberg, Gerrit: Eurydice. Utrecht, Het Spectrum. 23 × 145. 33 blz. fl. 4.50’. De uitvoering van de bundel is nagenoeg identiek aan de eerste druk. De tekst van het binnenwerk wijkt - afgezien van de verschillen in [483] ‘Eigenaar’ en [462] ‘Verschijning’ - op de volgende plaatsen af van de eerste druk:
Volgens een aantekening in het Querido-archief bestond de oplage van de tweede druk uit 900 exemplaren (zie § 18.4.2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18.4.2 Verkoop en honorariumMedio 1948 is overwogen Eurydice op te nemen in een derde verzamelbundel van Achterbergs werk, die door Bert Bakker en A.A.M. Stols zou worden uitgegeven (zie § 38.1). Afgezien van het feit dat deze bundel niet werd gerealiseerd, is het zeer de vraag of uitgeverij Het Spectrum toestemming zou hebben gegeven Eurydice te herdrukken. Per 1 januari 1950 waren er - blijkens een aantekening in het archief van uitgeverij Querido - 660 van de 900 exemplaren verkocht. In 1953 was de resterende voorraad aanvankelijk ook nog een belemmering voor opname van de bundel in Cryptogamen iii. Op 10 januari 1953 schreef de uitgever aan Achterberg dat hij Eurydice alleen wilde afstaan ‘wanneer onze oplage volledig is uitverkocht’: Hoewel wij eurydice op 't ogenblik met een zeer hoge korting aan de boekhandel leveren,Ga naar voetnoot26 ziet het er nog niet naar uit, dat dit spoedig het geval zal zijn. Mocht u dit tijdstip liever niet willen afwachten, dan bestaat altijd de mogelijkheid, dat de uitgever van uw verzamelbundel de op het ogenblik van verschijnen nog bij ons voorradige exemplaren, waarschijnlijk hooguit enkele tientallen, tegen een prijs van f 0.75 per exemplaar van ons overneemt.Ga naar voetnoot27 Een jaar later voelde Alice von Eugen-van Nahuys er in eerste instantie nog steeds niets voor de voorraad over te nemen, omdat - zoals zij op | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 266]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25 januari 1954 aan Achterberg schreef - het ‘de productiekosten veel te hoog [zou] maken’.Ga naar voetnoot28 Dit bezwaar verviel toen bleek dat de voorraad uit slechts vijf exemplaren bestond.Ga naar voetnoot29 Querido nam deze exemplaren over, waarna Eurydice in Cryptogamen iii kon worden opgenomen (zie verder § 45). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18.4.3 Recensies
|
|