De zangvogeltjes. Deel 6
(1896)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend
[pagina 10]
| |
oos - ter - he - mel blozen. Der voglen vroolijk jubelkoor
Begroet de Dagvorst-in-ne; Vol majesteit treedt zij te
voor, Vol ma-jesteit treedt zij te voor, Des werelds Ko-nin-
gin - ne. Vol ma-jes-teit treedt zij te voor- Vol ma - jes-
zij haarglans doet stralen. Mocht ieder haar in't morgenuur
Met stille vrede ontmoeten, Dan zou hij vroolijk, als na-
tuur, Dan zou hij vroolijk als natuur, Haar heerschappij be-
groe - ten! Dan zou hij vroo-lijk als natuur, Dan zou hij
| |
[pagina 11]
| |
teit treedt zij te voor - Des werelds Ko - - nin-
gin - - ne.
vroo - lijk, als natuur; Haar heerschap - pij be-
groe - - ten!
|
|