De zangvogeltjes. Deel 6(1896)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 6. Goeden Nacht. Langzaam. 1. Goeden nacht! goeden nacht! 't Zonlicht daal - de in vol - le pracht: 't Ging ter ruste en lei zich ne - der, 2. Goeden nacht! goeden nacht! Starren tin - t'len klaar en zacht: De een na de ande - re ver - sche - nen, 3. Goeden nacht! goeden nacht! On - ze dag - taak is vol-bracht! Al wat le-ven heeft ont - van - gen, 4. Goeden nacht! goeden nacht! Slaapt, tot weer de mor-gen lacht! God de Heer zal u be - wa - ken, [pagina 9] [p. 9] Morgen groet de vlijt het we-der; 't Sluimert in den stil-len nacht. Goeden nacht! goeden nacht! Wande - len zij rus - tig henen Door den kalmen stil-len nacht. Goeden nacht! goeden nacht! Ademt nu het zoetst ver - langen: Zacht te slapen in den nacht. Goeden nacht! goeden nacht! Dat geen on - heil u moog naken: Slaapt ge - rust den ganschen nacht. Goeden nacht! goeden nacht! Vorige Volgende