De zangvogeltjes. Deel 6(1896)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] 5. Gebed. Koraalmatig. 1. God mijn Heer, mijn Schild en Gids, Bron van lief - de, bron van ze - gen, Dat ik nooit uw bijstand mis Op des le - vens kronkel - wegen! Wees me een licht in donkren nacht, Dat ik vei - lig mo - ge wandlen! 2. Im - mer door uw hand ge - leid, Moge ik nooit van U ver - dwa-len! Moog de kracht der zin-lijk - heid Op mijn hart nooit ze - ge - pralen! Schenk mij, Heer! een ne-drig hart'. Hoed mij voor dwaas zelf - ver - blinden! 3. Zon - der U is 't le-ven bnng: Za - lig voor wie 't met U le - ven. Och, dat ik mijn le - ven lang U ten doel stel van mijn streven! Wat ik heb en wat ik ben, Dank ik aan uw lief-de en zegen: [pagina 8] [p. 8] Geef mij t' al - len tij - de kracht Trouw naar uw ge - boôn te han - dlen! Leer mij, on - der vreugd en smart, Steeds in U mijn toevlucht vin - den! Geef, dat ik dit steeds er - ken Op des le - vens kron-kel - we - gen! Vorige Volgende