De zangvogeltjes. Deel 6
(1896)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend
[pagina 12]
| |
zei-len, hel - vonkelend, wendt O - ver de
vloeden, door niemand gekend! Ster-ret - jes, die ik zoo
glansrijk zie staan, Weest ons een leidsman, waarheen wij eens
gaan! Weest ons een leidsman, waarheen wij eens gaan!
licht aan den nachtlijken boog, Trekt gij mijn
har - te zoo zachtkens omhoog! Blikt in mijn hart, dat het
duister ver-dwijn - Laat het daar binnen steeds starrenlicht
zijn! Laat het daar binnen steeds star-ren-licht zijn!
|
|