De zangvogeltjes. Deel 5
(ca. 1900)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend
[pagina 41]
| |
1. zijn? Neen, wij wil-len vreugde ra-pen, Bloemengeur en
zonneschijn. Neen, wij wil - len vreugde ra-pen, Bloemen-
geur en zon-ne-schijn.}Tra-la-la
la la la la la la tra la
2. gast? Dwaas dan wie zwaarmoedig droomen, Waar hun zang en
schertsen past. Dwaas dan wie zwaarmoedig droomen, Waar hun
zang en schertsen past.}Tra-la-la
la la la la la la tra la
3. geur, En niet peinzen op ver-drie-ten, Dikwijls ver nog
van de deur. En niet pein - zen op ver-drieten, Dik-wijls
ver nog van de deur.}Tra-la-la
la la la la la la tra la
4. blijd, Steeds ge-darteld, steeds ge - zon-gen, 't Hart aan deugd en
vreugd gewijd, Steeds ge - dar - teld, steeds gezongen, 't Hart aan
deugd en vreugd ge-wijd.}Tra-la-la
la la la la la la tra la
| |
[pagina 42]
| |
la, tra la la la la la.
|
|