De zangvogeltjes. Deel 1(ca. 1890)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] 19. Avondzonlicht. Niet te langzaam. H.G. Nägeli. 1. Lief-lijk a - vond - zonlicht, O, hoe schoon zijt gij! Als 'k op u het oog richt, Hoe verkwikt dat mij. 2. Reeds in kindschen leeftijd Minde ik u zoo teêr, En de wensch naar vroomheid Rijp - te meer en meer. 3. Zielrust kwam er dalen, Als m'uw licht bescheen, En bij u - we stralen Vlo-den zor - gen heen. 4. Dankbaar en be - wogen, Lief-lijk zon - ne - licht! Houd ik ech - ter d'oogen Op mij zelf ge - richt. 5. Mocht uw glans mij leeren Juichen in mijn lot! Zijt gij knecht des Heeren, Ik ben kind van God. A.B. Urner, geb. Welti. Vorige Volgende