‘Ja, wij gaan natuurlijk met u mee.’
‘Maar ik blijf hier niet langer zitten,’ zei Nelly met een angstig gelaat. ‘Als dat ding uit elkaar vliegt....’
‘Welnou,’ zei Wim, ‘dan vlieg jij ook uit elkaar.’
‘Dank je wel,’ zei Nelly, ‘ik houd niet van vliegen.’
De jongens gingen met mijnheer op weg, af en toe omkijkend.
‘Zou het een Duitsche mijn zijn, vader?’
‘Best mogelijk, jongen.’
‘Kan die nu uit zichzelf uiteenbarsten?’
‘Niet zoo gemakkelijk. Er bevindt zich op het kopstuk van zoo'n mijn een schokbuis met een slagpin. Deze slagpin moet met kracht naar binnen gedrukt worden, wat natuurlijk gebeurt of gebeuren kan, als een schip met de mijn in aanraking komt. Evengoed kan het gebeuren, dat de slagpin tegen de strandpalen stoot en dan ontploft de dynamietlading ook.’
Spoedig hadden ze het kwartier van den marine-commandant bereikt en mijnheer Brockmans deelde hem het doel van zijn komst mede.
De commandant nam oogenblikkelijk zijn maatregelen.
Hij liet zijn matrozen aantreden en daarbij ook eenige torpedisten.
Een paar commando's en in den pas ging het langs het strand naar de plek, waar de mijn nu op het zand lag.
Er waren al eenige visschers en dorpsbewoners komen aanloopen, die, hoewel angstig en bekend met de gevaarvolle uitwerking van het oorlogswerktuig, hunne nieuwsgierigheid niet konden bedwingen en in een kring er omheen stonden.
Maar de luitenant liet het terrein afzetten tot op een tweehonderd meter afstands van de mijn.
Niemand mocht binnen dien kring naderen.
En toen gingen de torpedisten aan het werk.
Zij probeerden de mijn te demonteeren, dat wil zeggen, de verschillende onderdeelen zóódanig uit elkander te nemen, dat zij de mijn konden ontladen.