wenden? Dan bleef er natuurlijk geen andere keus, dan naar vader te gaan, naar Amerika?
Tom was alweer de eerste, die, denkende over hun nieuwe plannen, de mogelijk van deze bezwaren voelde, en hij deelde ze aan Tim mee.
Tim, luchthartig, zei, dat het dan natuurlijk vanzelf sprak, dat ze naar Amerika zouden gaan. Alsof daar maar opeens 'n schip voor hen klaar lag!
‘Goed en wel,’ zei Tom, ‘maar hoe komen we daar?’
‘O, dat zal je eens zien!’ sprak Tim. ‘We kunnen best wat verdienen met fluitspelen, en zooveel mogelijk sparen, tot we genoeg geld hebben om de reis te betalen. Nee hoor, daar maak ik mij niet benauwd over. Maar ik heb verschrikkelijken honger, Tom.’
‘Ja, ik ook. En van hier naar Hazerswoude is een lange marsch.’
‘En dan zonder eten,’ begon Tim weer te klagen.
‘Misschien kunnen we 't verdienen. Als we maar eenmaal buiten de stad zijn, dan kunnen we langs de buitenwegen wel wat spelen.’
Vanuit Rotterdam is Hazerswoude langs verschillende wegen te voet te bereiken, want de schier eindelooze polderwegen leiden bijna alle in Noordelijke richting. Daarom kruisten Tim en Tom ook de stad naar den kant van het Noorderkwartier, waar zij den Bergweg bereikten, die hen naar het dorp Hillegersberg bracht.
Langs dezen fraaien weg, waar aardige, eenvoudige buitenhuisjes met prachtige villa's afwisselen, onder het wijdvertakte loof der eeuwenoude boomen, die aan weerszijden van den weg natuurlijke zuilen gelijken, die ver boven de hoofden der wandelaars een heerlijk groen gewelf ondersteunen, stapten Tim en Tom, ondanks hunnen honger, moedig voorwaarts.