- Heel verstandig, zei Gerrit. Moet u mijn naam ook opschrijven, van Mopperen, ik bedoel van Brommen?
- Stilte! riep de veldwachter. Ik bekeur je wegens het visschen met twee hengals.
- Twee hengels? Drie hengels, zei Maus.
- Neen. Die jongen had er twee in de hand, en dat may niet, nee, dat mag niet.
- Wij hebben ieder maar één hengel, van Brommen, dus je vergist je.
- Ja, nou wel. Maar daar net had jij er twee.
- O, omdat Gerrit even een paar wormen haalde.
- Doet er niet toe. Geef je naam op.
- Jonkheer François de Kopidaleopompa.
- Zoo hiet je niet!
- Zoo heet ik wel, Maus, heet ik zoo of niet?
- Ja, zei Maus met effen gezicht.
- Nietwaar, je heet Boet.
- O, dat is mijn bijnaam maar.
- Zeg 't dan nòg eens!
Boet herhaalde den onzin.