De eerste dagen hadden ze het wel wat erg laat gevonden, maar al spoedig hadden ze zich op het late eten ingesteld.
Toen ze eindelijk aan tafel zaten, vroeg de heer Duval, of men er voor voelde om de volgende dag, of dinsdag te vertrekken naar het volgende doel, Londen.
‘Ik geloof wel, dat jij hier alles gezien hebt wat je wenste, nietwaar man?’ vroeg mevrouw Duval. ‘Madrid was jouw stad, dus jij moet zeggen wanneer je er genoeg van hebt, vind je ook niet, Willy?’
‘Natuurlijk, mevrouw.’
‘Goed, dan stel ik voor om straks de koffers te pakken en dan morgenochtend op weg te gaan naar Bilbao om de boot naar Engeland te nemen.’
‘Fijn!’ juichte Willy, ‘dan gaan we naar mijn stad, Londen. Wat verheug ik me daar op!’
‘We moeten het vanavond dan maar niet laat maken,’ zei mevrouw Duval, ‘want het is een hele tocht naar de kust.’
‘Ik hoop, dat jullie geen spijt van Madrid gehad hebben,’ zei de heer Duval lachend. Hij wist wel, dat dit niet het geval was.
‘Ik vond het hier heerlijk!’ zei Willy en ook mevrouw betuigde, dat ze het een stad vond om weer eens terug te komen.
‘Het deed me in zeker opzicht aan ons goede, oude Parijs denken,’ zei ze, ‘maar toch is de sfeer anders.’
‘Ik ben benieuwd hoe mijn foto's geworden zijn,’ zei Willy. ‘Wat zal het leuk zijn om ze te zien als we weer in Parijs zitten!’
‘Ja, ik ben blij, dat jij zo'n foto-maniak bent,’ zei de heer Duval lachend: ‘Ik vind het ook wel leuk, maar het is me makkelijker als jij het maar doet.’
‘Luilak!’ schold mevrouw Duval.