Maar dat wilde Willy niet.
Haar vermoeidheid begon al weer aardig weg te trekken.
Ook wilde zij niet kinderachtig zijn en over moeheid klagen.
Dat deden grote mensen niet na een reisje van Amsterdam naar Parijs!
Het eten werd opgediend.
Een beetje anders was het dan Willy het thuis gewend was.
Maar het smaakte toch heerlijk.
Het opmerkelijke was, dat de heer en mevrouw Duval er een glas wijn bij dronken. De fles stond op tafel. Willy nam ook een beetje, maar zij vond het niet zo heel lekker.
Lachend merkte monsieur Duval op:
‘Dat went wel!’
Madame knikte en voegde bij de woorden van haar man:
‘In Frankrijk drinkt iedereen bij zijn maaltijd wijn. Wijn is een product van het land, ma chère!’
Ja, dat had Willy wel eerder gehoord.
Na het eten kwam er koffie.
Met veel melk!
Die vond Willy bijzonder lekker.
Na even de Franse dagbladen ingekeken te hebben, zei de heer Duval:
‘Over twee dagen ga je maar aan het werk, Willy!’
Over twee dagen?
Verbaasd keek zij hem aan.
Zij had gedacht, dat zij morgen al aan de slag zou gaan op het kantoor van de handelaar in parfumerieën.
Hij schudde het hoofd: