orde met de directrice, die natuurlijk wel ietwat uit haar humeur zal zijn, denk je niet?’
Er werd algemeen gelachen, toen Willy zei:
‘Ik zal haar een mooie kaart sturen. Ze is dan beslist weer zoet!’
Ook monsieur Duval was in zijn nopjes.
Hij deed veel zaken met Nederland en hij wilde een meisje hebben, dat de Nederlandse taal zeer goed beheerste.
Nu, daar ontbrak het bij Willy niet aan.
Maar nu kwam er nog een uiterst gewichtig punt aan de orde....
Het salaris!
Dat was voor Willy iets nieuws.
Salaris!
Een mooi en een aantrekkelijk woord.
Monsieur Duval nam haar bij zich in huis. Dus een dak boven haar hoofd en eten had ze al.
Willy zei zonder verder na te denken:
‘Dat is meer dan voldoende, meneer!’
Maar daar dacht de Parijzenaar heel anders over.
Hij schudde zijn hoofd.
Nee, zó ging het niet.
Er moest ten slotte ook een salaris zijn.
Om kort te gaan: er werd overeengekomen, dat Willy nog tweehonderd gulden in de maand in Frans geld in haar zak zou krijgen.
Zij vond het een groot kapitaal.
Tweehonderd gulden voor háár!
En de reis naar Parijs was natuurlijk voor rekening van monsieur Duval.
Op deze manier was alles schitterend tot een oplossing gekomen.
Vader zei opeens:
‘Zij kan wel eens lastig zijn!’