In een wip waren de touwen in de schoenen en hingen Key en Pil argeloos aan den wand.
't Raam ging dicht en de tweelingen schoten in hun bedjes.
Er klonk een stap op de trap... de kamer der tweelingen ging open...
‘Ze slapen als rozen, de kinderen,’ zag mevrouw.
Vooral Pawnee-Bill snurkte erg onnoozel.
't Ging nu naar Flip's kamer... 't raam ging open...
‘Daar was 't,’ scheen juffrouw Klappers te wijzen.
‘U schijnt u toch te vergissen,’ riep mevrouw.
‘Vergisse, vergisse. Om de drommel niet.’
Mevrouw scheen weer naar beneden te gaan, de tweelingen hoorden nog lang spektakel in de gang, toen viel de deur met een harden klap dicht.
‘Ze is weg,’ concludeerde Jantje.
Ook Fritsje kwam op den rand van z'n ledikantje.
‘Wat ging het fijn, hè?’
Omdat het zoo fijn ging, werd onmiddellijk besloten het spelletje nog wat voort te zetten.
Toen ze zich dus weer veilig waanden, hernamen ze hun positie aan Flip's raam.
Ze hadden wel kunnen juichen.
Beneden bij de deur stond een paartje. Paartjes hebben altijd gróóte aantrekkingskracht voor de plagende jeugd; dat zit er al vroeg in.
En toen Fritsje wat nauwkeuriger uit het raam blikte, toen ontdekte hij, dat het vrouwelijk deel van 't stel z'n zus van zeventien jaar was.
Ze keken elkaar aan. Die was toch naar een feestje?
En nu... met een meneer.
De tweelingen begrepen ondanks hun jeugd, dat zulks minstens even clandestien was voor Corrie, als 't pas ontdekte spelletje voor hen.
Hier was geen gevaar te duchten.
En heel behoedzaam zakten twee donkere voorwerpen, één gericht op 't kaasbolletje van hun aan