't net brak finaal... de keeper greep niet eens naar den bal...
1 - 0. Het publiek gilde angstig.
Maar de bal belandde via de goal tusschen 't publiek. 't Werd compleet een consternatie. Drie torenpruiken van evenzooveel dames streken in der haast het zeil en bleven als weerbarstige plukjes haar om de schouders fladderen, terwijl er één heelemaal in de lucht vloog net als de soepterrine van meneer Trips en waarvan brokstukken belandden in een kop koffie van een deftige, grijze dame en een glas limonade van een jongenheer.
Een heer, die een glas ijs gebruikte, voelde plotseling een duw tegen zijn neus, benevens een koude gewaarwording op een zijner wangen.
Meer konden Key, Pil noch Eddy van 't geval zien, want ze werden door den ‘referee’ van 't veld gestuurd. De man zag paars en brulde boven 't geloei van 't publiek uit tot Eddy:
‘Stommeling, wat heb je gedaan.’
‘Eh... eh... een goaltje gemaakt,’ hakkelde Eddy.
‘Ja, maar je moest dien ellendigen bal niet trappen.’
Daar snapte nu Eddy weer even weinig van als Key en Pil, die trouwens niets begrepen.
Hoe kon nu die ‘referee’ in vredesnaam op het program zetten: Een reuzendoelpunt en van Eddy vergen, dat hij 't maakte zonder te trappen?
Hij schudde Eddy uit z'n overdenking.
‘Je moest niet trappen, 't was maar een voorstelling.’
‘Ja, maar 't heette toch “Een reuzen doelpunt”,’ weerstreefde Eddy.
‘'t Was toch een tableau: je had doodstil moeten blijven staan.’
‘'t Was toch “vivant”,’ brutaalde de scholier.
De radelooze leeraar schudde het hoofd.
‘Hoe kun je nu een tableau vivant van een voet balwedstrijd voorstellen met doodstille spelers en