Het zanduur van den dood(1941)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] De dichter De sterren rijzen talloos aan het raam en tintelen als kleine kinderogen, reeds heeft de Muze met haar hand bewogen en geeft hij aan de dingen nieuwe naam. Want jaar na jaar vult zich de galerij met gave beelden en met metaphoren; soms gaat een langgekoesterd beeld verloren, maar nieuwe goden treden in de rij. Het dichterhoofd vindt met de tijd zijn zwaarte en hult zich in een nimbus en een krans: der rozen troebelheid wordt lichte klaarte. De Muzen vragen hem met meer ten dans. Het satervolk verliest zijn lange staarten. Hij weegt de woorden op de goudbalans. Vorige Volgende