hadden ouders er nog alles voor over om hun kinderen enkele sporten hoger op de maatschappelijke ladder te brengen.
Hoe mijn moeder tenslotte mijn vader ontmoette? Mijn moeder kwam uit een groot gezin, evenals mijn vader, en daar gold dat een kind zo snel mogelijk geld verdienen moest, hetzij om mede in het levensonderhoud van de andere kinderen te voorzien, hetzij om de lasten, die op de ouders drukten, eindelijk te verlichten.
Nadat mijn moeder de school verlaten had, moest zij haar eerste dienstje zoeken om met de inkomsten daarvan haar moeder, een weduwe, en de andere kinderen bij te staan. Zij kwam in dienst bij de dorpsdokter van Sint Michielsgestel. Toen zij later meer kon verdienen in de grote stad ging zij in dienst bij een adellijke familie in 's-Hertogenbosch. Vervolgens vertrok zij naar Venlo, waar zij in dienst kwam bij een notaris. Daar ontmoette zij mijn vader.
Mijn vader had zich inmiddels, door zijn militaire diensttijd met enige jaren te verlengen, toegang verschaft tot de kaste der rijksambtenaren. Hij begon zijn carrière als douanebeambte in het grenskantoor van Vaals. Vandaar werd hij overgeplaatst naar het grenskantoor van Venlo. Hij nam zijn intrek op de Parade in de herberg ‘De Keulsche Kar’, juist tegenover het huis van de notaris waar mijn moeder in dienst was. Dat moet ik tenminste aannemen, want mijn moeder vertelde mij later dat zij, uit de dakkamer die zij bewoonde in het notarishuis, in de hotelkamer van mijn vader kon kijken. Zij moeten beiden een kamer gehad hebben op de hoogste verdieping.
Jan Aafjes was een breedgeschouderde man met een kaarsrecht figuur. Zijn portret, een levensgrote vergroting van een pasfoto, werd na zijn dood door mijn moeder opgehangen aan het hoofdeinde van het bed, dat zij met hem gedeeld had. Het bed stond in de alkoof, een donkere kamer tussen de voor- en de achterkamer. Aan het voeteneinde van het bed hing, aan de