wou de steltloper persoonlijk de hand drukken.
Ik houd van een man als Angelo Cornero. Er zijn talloze lieden die zeggen: waarvoor is dat nu weer goed, op stelten naar Rome lopen? Staat de wereld al niet genoeg op stelten? En inderdaad, Angelo Cornero had onderweg zijn nek kunnen breken. Want geen mens wordt geboren met stelten aan. Ook Angelo Cornero niet. De zie-je-wel-zeggers hadden dan allemaal kunnen zeggen: Zie je wel. Dat zeiden ze ook toen Opa Schram ergens langs de weg in Zuid-Frankrijk aangetroffen werd, zonder nog langer te weten waar hij was. Zie je wel! zeiden prompt alle zie-je-wel-zeggers. Maar wat zagen ze eigenlijk? Aanmerkelijk minder van de wereld dan Opa Schram op zijn oude dag nog zag. Die zag de Alpen, de Apennijnen, Rome, het Vaticaan en dat alles haarfijn. Voetje voor voetje.
Angelo zag de wereld tussen Catania en Rome ook, weliswaar niet voetje voor voetje, maar stelt voor stelt. Wie ziet de wereld van zo hoog? Toch niemand. Iedere dag liep Angelo dertig kilometer voor zijn Sinte-Agatha. Zijn jonge vrouw - ik vermoed althans dat zij jong is, want Angelo is zelf eerst 25 - reisde hem iedere dag per trein na en verzorgde hem 's avonds, als ware hij een wereldvermaard coureur. Wie wil niet zo op stelten reizen?
Ja, de mensen moesten meer gunsten vragen aan de hemel. Maar er dan ook iets voor terugdoen. Zij moesten de wereld op stelten zetten. Neen, niet zoals de politici, met in de ene hand een atoombom en in de andere een waterstofbom. Zij moesten de wereld op een prettige manier op stelten zetten. Op èchte stelten.