Door Rome lopen als een kip in de rui
‘Dat kunnen niet anders dan vreemde toeristen zijn! Wij Italianen hebben nu wel ongeveer een voorstelling van de buitenlandse toerist. Maar steeds weer wordt onze stoutste fantasie door de werkelijkheid overtroffen’.
Zo begint een artikel over de kleding van de vreemdeling-toerist in een der Italiaanse bladen. De vreemdeling, of liever gezegd de wijze waarop deze zich kleedt, is reeds lang een probleem voor de Italianen. En in het bijzonder voor de Romein.
In april reeds komen ze: de vreemdelingen uit Duitsland, Nederland, Denemarken en al die andere landen waar het met de zon maar zelden boteren wil. In Rome en in de rest van Italië is het dan nog guur maar de koukleumen uit het noorden hebben het zich in het hoofd gezet dat Italië een warm land is. Zij nemen een garderobe met zich mee die overeenstemt met dit waandenkbeeld. En die garderobe wordt al maar lichter en luchtiger naarmate het later in het jaar is. In mei reeds loopt menige toerist er in Rome bij alsof hij in een badplaats loopt. De avonden zijn dan nog koud, maar de toerist zocht tevergeefs naar iets warms in zijn bagage. Rillende loopt hij door de tochtige en frisse straten van de Eeuwige Stad. De Romein ziet het met enige verbijstering aan. Hijzelf loopt een groot deel van het jaar des avonds gelijk een schaap in de wol.
De verbijstering van de Romein richt zich niet in de eerste plaats op de rillingen van de toerist. Maar op zijn ongekleedheid. Hij ziet daar dan ook de meest vergevorderde staaltjes van. Menige buitenlandse toeriste schijnt het idée fixe te hebben dat Rome een Kurort