uw bord neerkijkt. Het raam dicht, geen wijn, geheelonthouder, en een beetje vlug bedienen - aan zo'n barbaar, zal de ober gedacht hebben, zijn de kip en het vlees tóch niet besteed.
En dan kunt u tien keer tegen hem zeggen: Ik heb dit niet besteld. Hij zal het heus niet terugnemen. Want gij hebt het wel besteld. Door uw barbaarse houding. Waart gij maar liever gekomen zonder de kennis van één woord Italiaans, maar met een vriendelijk gezicht. Dan had hij u een godenmaal gebracht.
Bezien wij de spijskaart eens die het boekje ons biedt. Niet de gehele spijskaart. Alleen de afdeling wild en gevogelte. Een ruime keuze. Ecco, Leeuweriken, Taling, Tamme gans, Wilde gans, Houtsnippen, Watersnippen (aan het spit gebraden), Bastaardnachtegalen, Gebraden kapoen met truffels, Ree, Hert, Jong hert, Wild varken, Damhert, Vinken, Fazant in gelei, Parelhoen als ragoût, Gans (adellijke), Patrijzen, Jonge Patrijzen, Duiven (op het rooster gebraden), Parelhoen, Kwartels, Spreeuwen, Lijsters met olijven. (Het lijstje met wild en gevogelte is nog niet eens volledig overgenomen). Ik at in mijn leven ongeveer honderdmaal in een Italiaans restaurant. Maar geen der bovenstaande gerechten.
Nog een paar, voor de bezoeker van Italië onmisbare volzinnen:
Kunt u mij een drukker aanbevelen?
Ik wil honderd visitekaartjes laten drukken.
(Nederlandse heer tegen barbier:) Zou u iedere morgen bij mij kunnen komen om mij te scheren?
(Nederlandse dame tot dameskapper:) Zou u morgen bij mij kunnen komen om mij te kappen?
‘De handige boekjes zijn bijzonder praktisch op reis’ staat er in dit boekje in ‘Een woord ter aanbeveling