Het gevecht met de muze(1940)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] De vrome wens De liefste zit weer te dromen, afwezig achter haar huid; daar kan ik toch met inkomen of ik moet mijn eigen huid uit; als dàt kon dan was ik den koning te rijk, dan nam ik vannacht nog naar haar huid de wijk, ik voel me'in de mijne volkomen vervuild, ze is zo beregend en is zo behuild; als dàt kon dan had ik al tien jaar eerder mij met de eerste de beste passeerder op de Damstraat omgeruild. Vorige Volgende