Het gevecht met de muze(1940)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Bekentenis Welaan dan, lief, andere wezens belagen mij en ik heb weliswaar van hun bestaan geen tastbare gegevens, maar daarmee is hun wil niet minder waar. Het zijn de Muzen, lief, althans haar tekens. Ik zie hen als ik in uw ogen staar, daar staat het licht gesplitst in dubbellevens en als ik zedig uwe hand omvat voel ik de vingergreep der Muze zwellen; o, het is triestig, allerliefste, dat ik u dit diepste nimmer kan vertellen, maar het is beter; het zou u ontstellen als ik u zei, dat ik nooit u alleen, een nachtlang eenzaam en alleen bezat, maar steeds de bijzit, die gijzelve scheen, de Muze, mee in u heb liefgehad. Vorige Volgende