Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 209] [p. 209] 'k Ben als de zwaan 'k Ben als de zwaan, altijd in rouw, En zoek naar wat niet is te vinden: De sporen van het eens beminde, Die 'k in het water nog aanschouw; Gedroomde vriend, gedroomde vrouw, Sindsdien verstrooid op alle winden, En opgeklaard tot leegte in de Weerspiegeling van 't hemelsblauw. Duik, hoofd, in 't nuchterkoele meer, Want het is beter het gewaande Te toetsen aan het niet bestaande, Dan vet te worden bij oud zeer. Ook 't leed heeft zijn verborgen pracht: Een sterrenbeeld te winternacht. Vorige Volgende