Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] Het gehucht Stil en verfomfaaid staan de madelieven In het kortgeknipt gras, en op het perk Der rozen valt de schaduw van de kerk En van wolken die het ruim snel doorklieven. Wind en weer teisteren hier naar believen Simpel natuurschoon en der boeren werk, En ook de boomen die in het hoog zwerk Nog voor kort trots hun blader kruinen hieven. Roestig knarst op den wind de zonnewijzer, En aan den kerkmuur bloeit een late roos, Glinsterend van den regen, hopeloos En tevergeefs: het is lood om oud ijzer - Want morgen zullen reeds de Westerstormen Haar achterhalen en voorgoed misvormen. Vorige Volgende