Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 156] [p. 156] Drie liederen op de maan, I Krankzinnig geworden elven zingen Een ijl, dun lied op het vergaan, En op de ruischende loovers dringen Hun liedren zwellende op ons aan. Noodlottig boven de stervelingen Stijgt, bloem van 't vruchteloos bestaan, In bleeke, deinzende nevelkringen, De kleine, naakte, zilveren maan. Vorige Volgende