Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 117] [p. 117] Rondeelen, I Geen gaven spilt Natuur om niet; De nanacht ziet den morgenstond Terug als een bleekroode wond En 't licht ruischt als etherisch riet Door het gordijn tot op den grond. Maar tusschen de geliefden, ziet, Op 't bed zit met gesperden mond - Gedroomd als een hoog merellied - Het kind, dat hongrig mereljong, Te beven op mijn muzisch riet; Geen gaven spilt Natuur om niet. Vorige Volgende