Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Waarom, mijn lief ‘Waarom, mijn lief, ben je zoo koel En hoogjes van de tinnen; En is er wel een ander doel Dan vrijen en beminnen?’ ‘Ik ben, mijn lief, ik ben niet koel Noch hoogjes van de tinnen, Maar als de avond valt, dan voel Ik mij bedrukt van binnen. ‘Dan zou ik willen zijn gelijk De allerhoogste boomen, Daar kan de wind zoo koninklijk Dwars door de blaren stroomen. ‘Maar van dat groot en machtig lied Raak ik bedrukt van binnen; Ik wil wel, maar ik durf het niet, Tot aan der dood beminnen!’ Vorige Volgende