Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Lied in het bosch Een ijlte is in mij getogen, Ik werd als door een geest bewoond, Een tak had aan het raam bewogen, Een fluisterstem mij meegetroond; Nu ben ik in het bosch gaan dwalen, Reeds stijgt de klare maan ter kim, Ik hoor mij zelven ademhalen Terwijl ik naar den heuvel klim; Ik reis misschien nog zeven dagen Door spinrag en door morgendauw, Maar dan - dan ga ik herten jagen En slapen bij een blonde vrouw. Vorige Volgende