Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Verzen Kinderen speelden voor de open ramen; Dit duurde lokkende geheel den dag, Maar ik onttrok mij aan dit speelsch gezag Over mij, weigerde het te beamen En speelde verder met verloren namen; Reeds stond de avond aan de grijze ruit, - Steeds verder zwierf der kinderen geluid - Toen lei ik zwijgende mijn verzen samen En woog met aarzelende hand den buit, Rekende twijfelend de porto uit, Zocht een adres, begon iets te verzinnen. Aan wie verzend ik hen, dacht ik, naar waar? Ik gooide hen verdrietig door elkaar En liep den tuin door en het najaar binnen. Vorige Volgende