Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] De Muze Gij zijt tot in Uw diepste Zijn muziek; Het is Uw eigenschap verstild te zingen, Maar groeien hier op aarde niet de dingen In het verzwegene tot symboliek? In het droef dage-leven neemt Uw gang Het rhythme aan van zwellende akkoorden, En van een lied dat zoekt naar nieuwe woorden, Maar het verzweeft tot woordeloozen drang. Gij schijnt een danseres in witte tule, Die op den wind verrimpelt: toonloos, blank; Uw enkels zijn de teedere modulen. Maar in den avond krijgt het rhythme klank; Als na een slag der radio-pendule De rijpe symphonie van César Franck. Vorige Volgende