Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Sonnetten Ik schrijf sonnetten om het klaar geheim Dat in de laatste regels is te vinden; Men kan de Muze eerst het haar ontbinden En haar dan vangen in een bed van rijm. Ik schrijf sonnetten om het klaar gewin Van wijsheid na de dronkenschap der woorden; Men vult het kleed met rozen tot de boorden En stort den buit de laatste regels in. Slechts in sonnetten blijft de Muze trouw, Schenkt zij den dichter duurzaam wedermin En eigenhandig grif ik in de schouw: Ik ben haar God en zij is mijn Godin. Van al wat schoon is ben ik man, zij vrouw. Er schuilt in alle schoonheid dubbelzin. Vorige Volgende