Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Simon Simonides]Simonides (Simon), Predikant te Oosthuizen, West-Saandam, Rotterdam (1652), 's Hage (1664), waar hij in 1675 stierf, verdient als geestelijk dichter naast Ridderus en anderen genoemd te worden. Vele zijner gedichten vindt men vóór de werken zijner tijdgenooten. Ook gaf hij een Proefken van geestelijcke gezangen achter Franciscus Ridderi Huisgezangen, Rotterdam 1658. Onder de Christelijke Gezangenvan Hendrik Uilenbroek, Amsterdam 1685, zijn er mede eenigen van hem opgenomen. Wij deelen hier ten proeve zijn lied op de geboorte van Jezus Christus mede: O was ick nu geheelijck tong.
Hoe riep ick uyt, hoe meld, hoe song
Ick, groote God, uw goedigheden!
Hoe soudt ick, met een hoogen toon,
Uw deuchden, groote Hemel-zoon,
Voor 't oor der volkeren ontleden!
O was ick nu geheelijck oor.
Om na der Cherubinen choor
Te luisteren en haar lofgezangen!
Geen toon o Jezus is mij soet,
Als daar ick uwe naam ontmoet:
Wiens liefd mijn ziel gants heeft bevangen.
| |
[pagina 147]
| |
O was ick nu geheelijck oogh
Om dit zoo heerelijck betoogh
Aandachtelijker aan te schouwen!
Soo in de Wet van 't heil-verbondt
Uw ooge zelfs genoegen vondt
O Cherubins soudt mij berouwen?
Nog vindt men proeve van zijne rijmlust in J. Kloecks Edesche Verlustigingen, alwaar wij onder anderen lezen: Wie weet wat vreugd uw geest ontving,
Indien ik na een Bruyloft ging,
En 'k ga na 't hoogste Feest der Feesten,
Ter Bruyloft met de Hemelgeesten
Ga naar voetnoot1.
Er moet mede een bundel Gedichten in 40 van hem bestaan, welke wij echter slechts bij naam kennen. Ook schijnt het boek de verhemelde ziele, dat hij in 1658 te Rotterdam in 80 deed drukken, in dichtmaat te zijn, althans H. Dullaert zegt dat het Vloeit zedig als de hemellichten,
Zoo net op maet, getal, gewicht enz.
Ga naar voetnoot2.
R.A. en S. |