Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Wilhelmus Schortinghuis]Schortinghuis (Wilhelmus), in 1726 nog Predikant te Weender, doch later te Midwolda in Groningerland, behoorde tot de Hattemisten en bedorven Mystieken. Zijn boek Het innig Kristendom ten jare 1720 uitgegeven, heeft veel beroering verwekt in de Klassen en Synode van Groningen en elders Ga naar voetnoot3. Hij voelde zich aangespoord, om uit te geven: Geestelijke gezangen tot ontdekkinge, overtuiginge, bestieringe en opwekkinge van allerley soorten van menschen, so onbekeerden als bekeerden. Alsmede enige beknopte gesangen over de voornaamste waarheden. Te Groningen bij Jurjen Spandaw 1750. De titel geeft genoegzaam te kennen, wat men hier te wachten heeft. Het eerste gedeelte van dit ellendig rijmwerk, is in zes soorten verdeeld: 1) gesangen voor | |
[pagina 131]
| |
bekeerde in 't gemeen, 13 stuks; 2) gesangen voor allerley soorte van onbekeerde in 't bijzonder, 18 stuks; 3) gesangen voor verscheyden soorte van toestemmende, 11 stuks; 4) voor overtuigde, 6 stuks; 5) voor allerley onbekeerde, ook nuttig voor bekeerde, 18 stuks; 6) gesangen alleen voor gelovige 22 stuks. Dit komt overeen met de zonderlinge verdeeling tusschen de geloovigen, in sommige predikatiën van dien tijd. Wij staan verlegen met de keus, om staaltjes te geven van de hoog mystieke wartaal, welke door Schortinghuis gevoerd wordt. Wij nemen uit de eerste soorte maar een paar coupletten. Wie treurt niet? Die het helgespuis ten afgrond uit
Siet opgebroken, dat ô smart! een naar geluit
Van dreygementen doet, so ziel verbazend horen,
An 't heylig volk' gereet in Tijrannij te smoren
Na Babels wetten.
O Luist'rijk Koning, van uw' duir gekofte kerk!
Daal neer uit d' Hemel met uw Geestes kragt, en sterk
Uw Erfdeel, dat reeds afgepijnt in d' harde boejen
Des Antichrists gedrukt wort, die als doornen, 't groeijen
Uw' zaat beletten.
Ga naar voetnoot1
Op het einde van dit broddelwerk vindt men: Lijktranen gestort over het droevig, dog zalig overlijden van den Zeer Eerw. H. Gel. en Godzaligen Heer Sicco Tjaden, Predikant in de Boven Pekel-A, gestorven in 1726. Van dit rijmwerk verscheen de vierde druk, en in 1745, de 8ste druk van 's mans Bevindelijke | |
[pagina 132]
| |
Gesangen vertonende een uytverkoren sondaar. I sijne Natuurstaat. II An sig selfs Ondekt, en III Geheyligt. Tot een proefje van dit boek, dat toen in ons vaderland zoo zeer getrokken werd, en dus om te leeren kennen den smaak dier tijden, schrijven wij het volgende af: 'k Sie, of hoor, of riek, of smaak niet
Van uw' soete saligheyt,
Voor uw erf volk toebereyt
'k Soek, of werk, of strijd, of raak niet
Aan het stormen, om van pijn,
Hel, en toren vry te syn.
Dreigementen die so vreeslik
Dondr'en krijgen geen gehoor
An mijn toegesloten oor,
En mijn hart, als ongeneeslik
Weigert ook het soet geluit
Van den Evangeli Fluit.
Niet beter zijn de twee uitvoerige Lijkdichten, welke ons van Schortinghuis nog onder de oogen zijn gekomen. 1) Lijktranen uitgestort over het zeer droevig, ontijdig, dog zalig overlijden van de enz. Mevrouwe A.C. Siccama, geboren Hora enz. te Groningen bij J. Spandaw 1738 in 40 2) Lijktranen uitgestort over het onverwagt, zeer smertelijk, dog salig overlijden van enz. Johan Hora, Raadsheer in Groningen, bij idem in 1744 in 40. R.A. en J.C.K. |