Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Jan van der Neer]Neer (Jan van der) of Johannes Naeranus, een kleinzoon van Samuel van der Neer, die volgt, was, in het laatst der zeventiende eeuw, Boekverkooper te Rotterdam. Hij leverde onderscheidene stukken in de Bloemkrans van verscheidene gedichten. Tot een proefje van zijnen, naar dien tijd, vrij krachtigen dichttrant strekke hier zijn gedicht: aan den recht edelen Heer Jacob van Wassenaar, Admiraal. Doorluchtig hoofd, die waardig zijt bevonden
Den oorlog Gods te voeren voor zijn eer.
Hoe zegnen uw' ontelbre monden,
Benepen in de klaauwen van den Beer!
Hij hadd' bijna twee Koningen verslonden:
Met eenen slach wierpt gij zijn hoop omveer.
Gij queet u als een held van God gezonden,
Geen Zeevoogd deed zoo veel, of gij noch meerGa naar voetnoot1.
Europe was in last, gantsch Oostland beefde;
Gij vogt d' Oostzee, gij vogt gantsch Oostland vrij,
Geen Ridder ooit zoo ridderlijk als gij:
Ofschoon de Zee, de brand, de vijand streefde,
Dik om en in u, u uw volk verliet:
Gij bleeft u bij, verliet u zelven nietGa naar voetnoot2.
J.C.K. |