Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 423]
| |
[Mr. Tonco Modderman]Modderman (Mr. Tonco), geb. te Groningen den 11 Januarij 1745, overleden 23 April 1802, was een man van schranderen geest en scherp vernuft, die zijne meeste Gedichten niet schreef, maar in zijn geheugen, dat bijzonder sterk was, bewaarde, zoo dat het zijn stadgenoot Spandaw niet dan met groote moeite gelukt is, om met hulp van zijnen Zoon, Mr. A. Modderman, zelf een verdienstelijk dichter, eenige daarvan, voor de vergetelheid te bewaren en onder den titel van Nagelaten Gedichten in 1817 uit te geven. Hoe weinig talrijk, zijn zij genoegzaam, om 's mans dichterlijke verdiensten te doen kennen, waartoe groote oorspronkelijkheid, hartelijkheid en zoetvloeijendheid onmiskenbaar bij hem behooren. Wij schrijven ten proeve eenige coupletten af, uit De wedergevonden bevalligheid, dat geheel in den smaak van Poot's Endymion is. Een der bevalligheden, die Venus vergezellen, wordt gemist en gezocht; een jongeling duidt haar aldus aan: Ja, 'k weet een' van de drie:
De schoone Doris, die
Van elk wordt aangebeden,
Zij, ja! zij is gewis
Een der bevalligheden,
Hoewel zij sterflijk is.
Haar hemelsch aangezigt,
Dat voor geen' lelie zwicht
In blankheid, wordt door 't blozen
Bevalliglijk verzacht;
Zij schuilt geheel in rozen,
Wanneer zij maar eens lacht.
| |
[pagina 424]
| |
Haar oogjes, voor wier gloed
Het staal zelfs smelten moet.
Haar mondje, lipjes, tandjes,
Haar voorhoofd, neus en kin,
Haar boezem, leest en handjes -
Vertoonen een' Godin.
Geen van de Hemelgôon
Is zoo verruk'lijk schoon,
Of 't moest uw moeder wezen;
Een' hemel-zaligheid
Is uit haar oog te lezen,
Dat liefde en vreugd verspreidt.
Maar zie! daar komt zij aan!
Wie kan dat schoon weêrstaan?
Wat zwier, wat zwaai, wat leden!
Ze is ('k Heb mij niet vergist)
Een der Bevalligheden!
Gij zwijgt... gij lacht!... zij is 'tGa naar voetnoot1.
Wij bejammeren, dat plaatsgebrek ons belet het hier in zijn geheel op te nemen. R.A. |
|